Uitleg maandag 1 februari LW ZN WW

Doel van deze les
Herkennen en benoemen: 
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
werkwoorden 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doel van deze les
Herkennen en benoemen: 
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijk naamwoorden
werkwoorden 

Slide 1 - Slide

Lidwoorden

Slide 2 - Slide

Lidwoorden (lw)

Slide 3 - Slide

lidwoorden
bepaald lidwoord
  • de
  • het

onbepaald lidwoord
  • een

Slide 4 - Slide

Werkwoorden en lidwoorden

Slide 5 - Slide

zelfstandig naamwoord

mensen

dieren

planten

dingen en begrippen

eigen namen (Floor, Henk, Piet)

Slide 6 - Slide

- voor een zelfstandig naamwoord kun je een lidwoord zetten

- ook eigennamen zijn zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

* Zegt iets over een zelfstandig naamwoord

* Staat vóór een zelfstandig naamwoord of erachter (De flat is hoog)

Slide 8 - Slide

Werkwoorden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video



Andere LessonUp

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werkwoord

Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. Het zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord. Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. 


(Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).


Slide 12 - Slide

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord 
Zww: belangrijkste werkwoord van het werkwoordelijk gezegde
Hww: alle andere werkwoorden

Slide 13 - Slide

werkwoorden

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video