What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les comparaisons
Les comparaisons
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les comparaisons
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
Slide 1 - Slide
Na deze les kun je:
- het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
- Een vergelijking maken in het Frans
- de vergelijkingen "aussi que" "moins que" en "plus que" in de zin gebruiken
- de uitzondering van "bon" [=goed / lekker] in het Frans vormen
Slide 2 - Slide
Hoe maak je een vergelijking
in het NL?
Geef voorbeelden
Slide 3 - Mind map
Vergelijking --> NL
Meer dan (bijv. nmw + er = mooier, groter, kleiner)
Even als
Minder dan
meer/even/minder + bijv nmw + als/dan
Slide 4 - Slide
Vergelijking --> FRA
Meer/even/minder + bijv nmw + als/dan
Plus/aussi/moins + bijv nmw + que/qu'
Ik ben
groter dan
jij --> Je suis
plus grand que
toi
Zij is
even aardig als
hij --> Elle est
aussi gentille que
lui
Slide 5 - Slide
Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
even als
Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que
Slide 6 - Drag question
Wat is de correcte vertaling:
Zij is groter dan Marco
A
Elle est plus grande que Marco
B
Elle est plus grand que Marco
C
Elle est moins grand que Marco
D
Il est plus grande que Marco
Slide 7 - Quiz
blz 64 tb
Elle est plus grand
e
que Marco
Elle est plus grand que Marco
Het bijv. nmw moet vervoegd worden (blz 64 tb)
Anna et Lisa sont plus grand
es
que Marco
Marco est plus grand qu'Anna
Slide 8 - Slide
Ton T-shirt est [kleiner dan] ton pantalon. Vul alleen de vertaling van [kleiner dan] in
Slide 9 - Open question
Grootste verschil
FRA: Bijv nmw moet vervoegd worden!
Zie hoofdstuk 5 bron I!
Faire: exercices 31 + 32 [CH. 6]
Prêt(e)(s)? lire: texte 4+ 5 +6 du "leesbundel"
Slide 10 - Slide
En nu oefenen:
Faire: exercices 31 + 32 [CH. 6] , online of in wb B[ blz 70+71]
Let op:
als je het in je wb maakt, lever dan een foto in via classroom. Op die manier kan ik je voorzien van feedback.
Slide 11 - Slide
Geen flauw idee meer hoe het zat met het bijvoeglijk naamwoord?
Hierna volgen een paar slides met daarin extra uitleg, neem ze goed door.
Slide 12 - Slide
Hoofdregel
e
Voorbeelden:
le petit garçon (de kleine jongen)
les petit
s
garçons (de kleine jongens)
la petit
e
fille (het kleine meisje)
les petit
es
filles (de kleine meisjes)
Slide 13 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord
Par exemple:
un
grand
homme
une
grand
e
femme
deux
grand
s
hommes
deux
grand
es
femmes
Slide 14 - Slide
Uitzondering (1)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e?
Dan hoeft er geen extra -e bij als het vrouwelijk is!
Bijvoorbeeld
:
Le pantalon est
rouge
La jupe est
rouge
Slide 15 - Slide
Uitzondering (2)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord als op een -s?
Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra -s bij!
Bijvoorbeeld:
Le cabriolet est
gris
Les cabriolets sont
gris
Slide 16 - Slide
Bijzondere vormen.
Leer deze vormen uit het hoofd:
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Les comparaisons
May 2020
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
November 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vergelijkingen klas 3
May 2022
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapitre 6 - Vergelijkingen
June 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
March 2020
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
October 2020
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefenen voor de meesterproef
December 2022
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
La semaine 21 (24 - 28 mai)
May 2021
- Lesson with
34 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3