M1 - periode 3 - les 12 - oefentoets

Bij de 2e bel op je tafel:
ton livre     *     ton cahier   *   tes stylos
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bij de 2e bel op je tafel:
ton livre     *     ton cahier   *   tes stylos

Slide 1 - Slide

En wat waren ook alweer de afspraken?
 
- geen telefoon, oortjes uit
- boek, schrift, pennen, oortjes mee
- niet door elkaar praten, vinger opsteken

Fouten maken mag / moet!

Midden voor het bord = aandacht

Bienvenue!
Unité 3:

Après les cours

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

oefentoets
Qu'est-ce qu'on va faire?

oefentoets maken
             


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

toetsstof
Je moet zinnen kunnen maken!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

toetsstof



  • woorden: zie Classroom 
  • Apprendre 3: werkwoorden op '-er' 
  • Apprendre 5: ontkenning (ne....pas)


Je moet zinnen kunnen maken!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

oefentoets


Zie Classroom                                                     


Daarna: antwoorden klassikaal bespreken


timer
30:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zet in de goede volgorde
1 - onderwerp: le cours 
2 - werkwoord: est


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zet in de goede volgorde
1 - onderwerp: le cours 
2 - werkwoord: est


Le cours est difficile.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Maak de zin ontkennend.

Je rentre après le cours.
ne
pas

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Maak de zin ontkennend.

Je ne rentre pas après le cours.
ne
pas

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zinnen maken
  1. ik ben een jongen
  2. jij bent in de klas    (in = dans)
  3. ik heb een boek



il a un chien                = hij heeft
timer
6:00
TIP: gebruik apprendre 1, page 100

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zinnen maken
  1. ik ben een jongen
    je suis un garçon
  2. jij bent in de klas
    tu es dans la classe
  3. ik heb een boek
    j'ai un livre



il a un chien                = hij heeft

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions