Hoofdstuk 7 Paragraaf 3 en 4

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startklaar 
Rustig lokaal binnen komen.
JAS uit, oortjes af.  
Telefoon in je zakkie en in je tas.
Boek, laptop, rekenmachine heb je altijd bij je.
Wc bezoek alleen tijdens leswissel.  

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 7
Economie 
K3
7e editie

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 7.3
Je kunt voorbeelden noemen van enkele belastinginkomsten van de overheid.

Je kunt de belangrijkste inkomsten noemen die een gemeente heeft.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.
Je kunt enkele niet-belastingontvangsten noemen.


Slide 4 - Slide

Belastinginkomsten overheid

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bekijk de volgende inkomstenbronnen van de overheid. Gaat het om directe belastingen, indirecte belastingen of om niet-belastingontvangsten?
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Niet-belastingontvangsten
Accijns
Inkomstenbelasting
Boetes
Verkoop van aardgas
BTW
Wegenbelasting

Slide 10 - Drag question

Leerdoelen 7.4
Je weet wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.

Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.


Slide 11 - Slide

Welkom
Laptop boek pen rekenmachine
opgeborgen
Op de grond
Aandacht!!!
Economie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Door wie wordt de troonrede voorgelezen?
A
Burgemeester van Den Haag
B
Koning
C
Minister van Financieën
D
Minister President

Slide 16 - Quiz

Wie zijn de leden van de Staten-Generaal?
A
Alle ministers
B
De koning
C
De 1e kamer
D
De 2e kamer

Slide 17 - Quiz

Wat zit er in het koffertje?
A
Algemene beschouwingen
B
Miljoenennota
C
Rijksbegroting
D
Troonrede

Slide 18 - Quiz

Wie schrijft de miljoenennota?
A
Koning
B
Minister van Financieën
C
Minister President

Slide 19 - Quiz

Wat staat er in de miljoenennota?
A
Overzicht alle plannen van het kabinet
B
Overzicht belangrijkste plannen van het kabinet
C
Overzicht enkel alle uitgaven
D
Overzicht enkel alle inkomsten

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Test je kennis over het onderwerp van deze week!
Op Prinsjesdag gebeurt er best veel. 
Maar in welke volgorde? 
Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek op de tijdlijn. 

Slide 27 - Drag question

De derde dinsdag van september is het ....................................
De koning leest dan de ............................. voor. De minister van .................................. presenteert de rijksbegroting en de ..........................................
In de rijksbegroting staan de verwachte ............................... en ............................ voor het komende jaar.
Inkomsten
Troonrode
Financiën
Prinsjesdag
Uitgaven
Miljoenennota

Slide 28 - Drag question