OB les 5 DNL

Vandaag
Jas uit / spullen op tafel / huiswerkcontrole
Bespreken huiswerk
Herhalen via LessonUp
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag
Jas uit / spullen op tafel / huiswerkcontrole
Bespreken huiswerk
Herhalen via LessonUp

Slide 1 - Slide

Sociale markteconomie
Planeconomie
Vrijemakteconomie
Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen, maar de overheid grijpt in bij een aantal basisbehoeften om deze betaalbaar te houden.
De overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs.
Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen.

Slide 2 - Drag question

Behoren de voorbeelden tot de particuliere- of collectieve sector? 
Collectieve sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Collectieve sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Particuliere sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Albert Heijn
Belastingdienst
KLM
Philips
UWV

Slide 3 - Drag question

Vroeger was PostNL een staatsbedrijf. Het is van de collectieve sector naar de particuliere sector gegaan. Dit heet..
A
nationalisatie
B
collectivisatie
C
particulierisatie
D
privatisering

Slide 4 - Quiz

Zet de volgende overheidsorganen op een rijtje. Begin bovenaan met het grootste overheidsorgaan. 
Provincies
Landelijke overheid
Waterschappen
Gemeenten

Slide 5 - Drag question

 
Verdeel de taak bij de juiste overheid.
de provincie
de Rijksoverheid (het Rijk)
de gemeente
Politie
Brandweer
Dijken
Leger
Snelwegen
Openbaar vervoer
Drinkwatervoorziening
ID-kaart
Sportparken
Lokale wegen
Ophalen van afval
Ouderenzorg
Jeugdzorg
Riolering

Slide 6 - Drag question


Prinsjesdag is altijd op....
A
De derde dinsdag van september
B
De tweede dinsdag van september
C
Op 20 september

Slide 7 - Quiz

Wat is Prinsjesdag?
A
Prinsen hebben vandaag feest
B
Koning treedt af
C
Koning blikt terug op afgelopen jaar
D
Kabinet maakt plannen voor komend jaar bekend

Slide 8 - Quiz

Begrip:
Omschrijving
De verwachte inkomsten en uitgaven van de regering voor het komende jaar
Toelichting en uitleg van de Rijksbegroting
De plannen van de regering voor het komende jaar
Hierin zit de rijksbegroting en de miljoenennota, wanneer de minister deze aanbiedt aan de Tweede Kamer
Koffertje
Rijksbegroting
Troonrede
Miljoenennota

Slide 9 - Drag question

Een overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van rijksoverheid voor het komende jaar. 
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën over de gemaakte keuzes. 
Een schuld die is opgebouwd in alle jaren dat de overheid een begrotingstekort had en dus geld heeft moeten lenen van banken. 
Miljoenennota
Rijksbegroting 
Staatsschuld 

Slide 10 - Drag question

Wlz
AOW
Anw
WIA
WW
Wet voor iedereen die permanent (voor altijd) 24 uur per dag (intensieve) zorg of toezicht nodig heeft
Basispen-sioen voor ouderen van de overheid
Uitkering voor mensen na het overlijden van hun partner. 
Uitkering voor mensen die in dienst zijn bij werkgever maar door ziekte minder kunnen werken
Uitkering voor iemand die gewerkt heeft, maar werkloos is geworden

Slide 11 - Drag question

Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid niet ingrijpt met regels en wetgeving.
Belastingen die je rechtstreeks aan de overheid betaalt. Het zijn belastingen over inkomen, winst en vermogen.
Belastingen die verwerkt zijn in een product, zoals btw en accijns. Je noemt ze ook wel kostprijsverhogende belastingen.
Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen, maar waar de overheid ingrijpt als het nodig is.
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Sociale markteconomie
Vrije markteconomie

Slide 12 - Drag question

Wanneer er sprake is van een begrotingstekort, heeft de overheid meer                     begroot dan                     . 
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid meer                             begroot dan                      .

 Vul de woorden in op de juiste plek.
inkomsten
uitgaven
inkomsten
uitgaven

Slide 13 - Drag question

Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten

Slide 14 - Drag question

Bekijk de volgende inkomstenbronnen van de overheid. Gaat het om directe belastingen, indirecte belastingen of om niet-belastingontvangsten?
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Niet-belastingontvangsten
Accijns
Inkomstenbelasting
Boetes
Verkoop van aardgas
BTW
Wegenbelasting

Slide 15 - Drag question

Indirecte belastingen
Directe belastingen

BTW
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Accijns

Slide 16 - Drag question

Stelsel van Sociale Zekerheid
Sociale Verzekeringen
Sociale Voorzieningen
Volksverzekeringen
Werknemers
verzekeringen

Slide 17 - Drag question

Hoe wordt de sociale zekerheid betaald?
A
belastingen
B
sociale premies
C
aardgas baten
D
contributies

Slide 18 - Quiz

Sociale voorzieningen worden betaald van belasting geld. Wat is geen sociale voorziening?
A
zorgtoeslag
B
WW
C
Bijstand
D
huurtoeslag

Slide 19 - Quiz


Wat zijn directe belastingen?
A
BTW (belasting over toegevoegde waarde)
B
Accijnzen (op alcohol, brandstof en tabak)
C
Belastingen op inkomen, winst en vermogen
D
Invoerrechten

Slide 20 - Quiz