3.1 veilig schoon

3.1 veilig schoon
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 veilig schoon

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je leert wat schoonmaken is en waarom we dat doen.
Je leert wat ergonomie betekent
Je leert wat zuren en basen zijn. 
Je kent de verschillende gevarensymbolen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ergonomie
Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

hygiëne?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Volgorde schoonmaken
* boven naar beneden
* schoon naar vuil

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn zuren en basen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Momenteel worden er drie systemen van gevarenaanduidingen en -indeling toegepast. Het meest gebruikte is de ADR. U kunt ook GHS-symbolen (GHS-pictogrammen) tegenkomen, in deze afbeelding staan de GHS-symbolen in de onderste rij.

Kennistest

Slide 10 - Slide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Wat is de juiste volgorde tijdens het schoonmaken
A
van vuil naar schoon
B
van schoon naar vuil
C
van binnen naar buiten
D
van laag naar hoog

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De man let niet goed op zijn....
A
Ecologie
B
Economie
C
Ergonomie
D
Ergotherapie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Door goede hygiëne kun je infectieziekte voorkomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke zuurgraad heeft zeep?
A
basisch
B
zuur

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk pictogram is een gevarensymbool?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Betekenis van dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Corrosief (Bijtend)
C
Schadelijk
D
Irriterend

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Weektaak
3.1 opdracht 1 t/m 20 (blz. 7 t/m 11)
NB In vraag 3 zit een typfoutje. In de tabel moet onder aantal bacteriën staan: 105, 210.
Vervolgens maak je de kennistoets in bouwsteen 3.1

Slide 17 - Slide

This item has no instructions