H2 leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H2 leesvaardigheid

waarom en voor wie schrijf je ?

wat is doel van deze tekst?

lees tekst 2 op blz. 42

wat is het onderwerp van deze tekst ?

onderwerp: 

tandenpoetsen

of

tandenborsteldag 

formuleer de hoofdgedachte
(in één zin: wat wordt er over het onderwerp verteld)

wat is de tekstsoort
(zoek in schema blz. 40)

afmaken: opdr. 1 blz. 41 (10 min)

klaar ? werken aan je vlog

oefenen spelling --> slimleren.nl

oefenen woordenschat en uitdrukkingen : --> slimleren.nl

bespreken opdracht 1 blz. 41

huiswerk : lezen voor je vlog

tekst 3: Etiquette van het koninklijk banket

Stel; je krijgt een dinerbon; waar en met wie zou je gaan eten?

Wie neem jij mee uiteten?

waar ga jij uiteten ?

Zou jij met Koning Willem-Alexander willen dineren/een drankje drinken/een ijsje eten?

ja

nee

je hebt tekst 3 gelezen

afmaken opdracht 2 op blz.  42-43

Iedereen heeft een mening over onze koning en koningin. Hoe zou het voor hen zijn om met 150 burgers te eten? Noteer minimaal 2 argumenten voor jouw mening.

noteer drie dingen die jou anders zou doen bij de koning aan tafel, dan thuis aan tafel.

aantekening

onderwerp: in maximaal een paar woorden waar de tekst over gaat

hoofdgedachte: in één zin samengevat wat de schrijver over het onderwerp zegt

wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst ?

Er zijn 7 verschillende tekstdoelen.
Noem ze (of zoveel mogelijk.

wist je ze niet alle 7--> schrijf in je schrift

1. informeren

2. overtuigen

3. waarschuwen

4. activeren

5. instrueren

6.adviseren

7. amuseren

welk tekstsoort hoort het meest bij het tekstdoel amuseren

1. de krant
2. een leesboek
3. een advertentie
4. een recept

welk tekstsoort hoort het meest bij het tekstdoel instrueren

1. de krant
2. een leesboek
3. een advertentie
4. een recept

welk tekstsoort hoort het meest bij het tekstdoel informeren ?

1. de krant
2. een leesboek
3. een advertentie
4. een recept

je bent op vakantie
ben je vaker of minder vaak online dan thuis

op vakantie ben ik vaker online

op vakantie ben ik net zo vaak online als thuis, er is geen verschil

op vakantie ben ik minder vaak online

Wat is het tekstdoel van deze tekst ?

1. amuseren
2. activeren
3. informeren
4. overtuigen

H2 Lezen 

1. lees tekst 4 ' Online op vakantie' op blz. 45-46

2. moeilijke of nieuwe woorden? Onderstreep ze. 

Waarom is niet iedereen enthousiast over internetten op vakantie?

1. internet zorgt voor minder rust en ruimte in je hoofd
2. je komt niet genoeg los van je werkdruk
3. niet iedereen kan de internetkosten betalen
4. sommige mensen vinden het wisselen tussen apps gevaarlijk

bedenk een tussenkopje voor alinea 2

aan de slag:

1. iedereen: afmaken opdracht 4 op blz. 44 en 45 tot 14.10 uur

2. klaar? werk aan je glossy (stap 1 t/4 al af? --> stap 5 en 6)

3. of lees voor je vlog

4. oefenen woordenschat of spelling met slimleren.nl

nakijken om 14.10 uur