4TL Taalverzorging H3 paragraaf 2: spelling van lastige werkwoorden

4TL Taalverzorging H3 paragraaf 2: 
spelling van lastige werkwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

4TL Taalverzorging H3 paragraaf 2: 
spelling van lastige werkwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is er lastig? 
Je hoort niet of je een -t, een -d of -dt moet schrijven.

Tip: gebruik bij twijfel het werkwoord lopen / smurven.

Slide 2 - Slide

Ik (worden) ... gek van dat lawaai.

Slide 3 - Open question

Jij (worden) ... gek van dat lawaai.

Slide 4 - Open question

(worden) ... je gek van dat lawaai?

Slide 5 - Open question

(worden) ... je vader gek van dat lawaai?

Slide 6 - Open question

Vul een persoonsvorm in de tt (tegenwoordige tijd) of een voltooid deelwoord in.
Tip: een voltooid deelwoord heeft altijd een hulpwerkwoord als persoonsvorm.

Tip voor voltooid deelwoord: werkwoord langer maken!

Slide 7 - Slide

Dit (veranderen) ... niets aan mijn mening.

Slide 8 - Open question

Dit heeft niets aan mijn mening (veranderen) ... .

Slide 9 - Open question

Mijn vader (herstellen) ... altijd mijn fiets.

Slide 10 - Open question

Mijn vader heeft gisteren mijn fiets (herstellen) ... .

Slide 11 - Open question

De fabrikant heeft het recept voor de sinaasappelfrisdrank (verbeteren) ... .

Slide 12 - Open question

Voor het verven (ontkleuren) ... de kapper eerst Mila's zwarte haar.

Slide 13 - Open question

tt of vt!
tt = tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd

Slide 14 - Slide

Wij (begeleiden) ... morgen de sportdag.

Slide 15 - Open question

Wij (begeleiden) ... gisteren de sportdag.

Slide 16 - Open question

Wij (storten) ... morgen een betonnen vloer.

Slide 17 - Open question

Wij (storten) ... gisteren een betonnen vloer.

Slide 18 - Open question

Wil je over de spelling van lastige werkwoorden extra uitleg?
A
ja
B
nee
C
misschien

Slide 19 - Quiz

Wil je meer oefenen met de spelling van lastige werkwoorden?
A
ja
B
nee
C
misschien

Slide 20 - Quiz

Einde

Slide 21 - Slide