6.3 Soorten en hun omgeving

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.3 Soorten en hun omgeving
Voorkennisvragen
1. Wat is de definitie van een populatie?
2. Welke 4 hoofd variabelen bepalen de grootte van een populatie?
3. Welke factoren kunnen invloed hebben op die variabelen?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.3 Soorten en hun omgeving
Voorkennisvragen
1. Wat is de definitie van een populatie?
2. Welke 4 hoofd variabelen bepalen de grootte van een populatie?
3. Welke factoren kunnen invloed hebben op die variabelen?

Slide 1 - Slide

Doel 6.3
  • Je leert hoe de omgeving bepaalt welke soorten er kunnen leven
  • Je weet wat een optimumkromme is
  • Je wat een habitat en een niche is




Slide 2 - Slide

Elke soort is anders
Wat is een habitat?
De leefomgeving van een plant of dier met de specifieke abiotische en biotische factoren
Wat is een niche?
De wijze waarop de soort de biotische en abiotische factoren in de habitat gebruikt en dus de invloed van de soort op de habitat





Slide 3 - Slide

Beschrijf zoveel mogelijk aspecten van de habitat van de ijsbeer

Slide 4 - Open question

Beschrijf zoveel mogelijk aspecten van de niche van de ijsbeer

Slide 5 - Open question

Optimumkromme
Voor elke abiotische factor kun je meten hoe de overlevingskans is van een bepaald organisme. Bijvoorbeeld temperatuur.

Slide 6 - Slide

Optimumkromme
Minumumwaarde - optimumwaarde - maximumwaarde

Slide 7 - Slide

Teken (of beschrijf) de optimumkromme voor buitentemperatuur voor een mens (met kleren aan)

Slide 8 - Open question

Adaptatie
Evolutionaire processen zorgen ervoor dat soorten optimaal zijn aangepast aan de omgeving.

Mutaties/ genetische variatie/ natuurlijke selectie

Slide 9 - Slide

Noem een adaptatie van een ijsbeer aan zijn omgeving

Slide 10 - Open question

Doel 6.3
  • Je leert hoe de omgeving bepaalt welke soorten er kunnen leven
  • Je weet wat een optimumkromme is
  • Je wat een habitat en een niche is




Slide 11 - Slide

Begrippen 6.3
biotische factoren, abiotische factoren, habitat, standplaats, optimum, tolerantiegrenzen, niche

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

HUISWERK
In de online methode.
Maak de opdrachten van
6.3: Leerroute B

Slide 16 - Slide