Les 3B - Grieken

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

3000 v.C - 500 n.C
Oudheid
KA 4-8
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

3000 v.C - 500 n.C
Oudheid
KA 4-8

Slide 1 - Slide

Plan vandaag
  • Uitleg hoofdstuk 2 adhv leerdoelen
  • Verdiepingsopdracht

Slide 2 - Slide


Klassieke cultuur van de Griekse stadstaten
Prehistorie is beëindigd door komst schrift: oudheid begint.

Grieken leefden in onafhankelijke stadstaten met een
 landbouw-stedelijke samenleving.
-vb stadstaten: Sparta, Athene, Thebe 

Door enorme bevolkingsgroei gaan zij nieuwe gebieden koloniseren.
Deze gebiedsuitbreiding zorgde voor een groei in de handel en bloei in de economie en cultuur

Slide 3 - Slide


Klassieke cultuur van de Griekse stadstaten
Doordat de Grieken zich gaan verspreiden nemen zij ook hun cultuur en ideeën mee:
hun taal, bouwkunst, geloof etc. wordt dus ook verspreid.

Grieken onderworpen de inheemse bevolking die zij zagen als barbaren (βάρβαρος; klanknabootsing van de onverstaanbare talen die vreemdelingen spraken in de oren van de oude Grieken; het klonk als gebrabbel) 

Deze klassieke vormentaal wordt 'klassiek' genoemd
 omdat er over is nagedacht: ronde vormen, realistisch, perfect etc.


Slide 4 - Slide


Klassieke cultuur van de Griekse stadstaten
Doordat de Grieken zich gaan verspreiden nemen zij ook hun cultuur en ideeën mee:
hun taal, bouwkunst, geloof etc. wordt dus ook verspreid.

Grieken onderworpen de inheemse bevolking die zij zagen als barbaren (βάρβαρος; klanknabootsing van de onverstaanbare talen die vreemdelingen spraken in de oren van de oude Grieken; het klonk als gebrabbel) 

Deze klassieke vormentaal wordt 'klassiek' genoemd omdat er over is nagedacht: ronde vormen, realistisch, perfect etc.


Verspreiding cultuur
Griekse stadstaat
Bloei handel en economie 

Slide 5 - Slide


Klassieke cultuur van de Griekse stadstaten
Doordat de Grieken zich gaan verspreiden nemen zij ook hun cultuur en ideeën mee:
hun taal, bouwkunst, geloof etc. wordt dus ook verspreid.

Grieken onderworpen de inheemse bevolking die zij zagen als barbaren (βάρβαρος; klanknabootsing van de onverstaanbare talen die vreemdelingen spraken in de oren van de oude Grieken; het klonk als gebrabbel) 

Deze klassieke vormentaal wordt 'klassiek' genoemd omdat er over is nagedacht: ronde vormen, realistisch, perfect etc.


Griekse stadstaat
Bevolkings-groei
Koloniseren
Verspreiding cultuur
Onderworpen inheemse bevolking
Bloei handel en economie 

Slide 6 - Slide


hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek
Stadstaten hadden vijf verschillende soorten staatsvormen
  1. Monarchie
  2. Aristocratie
  3. Oligarchie
  4. Tirannie
  5. Democratie

Slide 7 - Slide


hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek
Democratie in de oudheid was een bestuursvorm waarbij een volksvergadering beslist. Democratie is ontstaan doordat ambachtslieden en handelaren wilden meebeslissen in de politiek door de groeiende economie.

Voorwaarden democratie:
  • alleen autochtone mannen die burgers waren mochten meebeslissen: vrouwen, slaven en immigranten niet
  • burgers kozen geen vertegenwoordigers: dit is een directe democratie


Niet iedereen dacht positief over deze bestuursvorm: veel kritiek van filosofen

Slide 8 - Slide


hoe het Griekse wetenschappelijke denken ontstond
Griekse denkers (filosofen) denken op een rationele manier: ze willen dingen verklaren met hun verstand om de wereld beter te begrijpen.
  • Zij maakten wetenschap los van de praktijk: nadenken over abstracte concepten

Slide 9 - Slide


Verdiepingsopdracht
Verduidelijk dit kenmerkende aspect met een zelfgekozen voorbeeld (een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel, handeling van of gedachtegang van een persoon).

Kenmerkend aspect: de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat:
gebeurtenis:
ontwikkeling:
verschijnsel:
handeling van een persoon:
gedachtegang van een persoon:


Slide 10 - Slide