Sociale- en persoonlijkheidsontwikkelingSpelen van peuters (18 maanden-4 jaar)
Parallel spel= peuter speelt niet met, maar naast de ander
Bewegingsspel = spelsoort waarbij motorische activiteit op de voorgrond staat (functiespel) (bijv, klimmen, vasthouden, gooien, vangen)
Imitatiespel = spelvorm waarin het nabootsen van gedraag centraal staat (bijv. ‘keukentje’)
Constructiespel = spelsoort waarbij het bouwen of maken van iets centraal staat (bijv. tekening, puzzel)
Toekijkend spel= kijken naar de ander zonder zelf mee te doen
Later:
Associatief spel= interactie doordat ze materialen uitwisselen, maar doen niet hetzelfde
Coöperatief spel= kinderen spelen echt met elkaar.