Les 22.1

Les 22.1 - modelleren
Lesplanning:
  1. Uitleg modelleren
  2. Aan de slag:
    - Kayak- jumping
    - modelleren
  3. Bespreken Kayak-jumping
  4. verder werken.


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 22.1 - modelleren
Lesplanning:
  1. Uitleg modelleren
  2. Aan de slag:
    - Kayak- jumping
    - modelleren
  3. Bespreken Kayak-jumping
  4. verder werken.


Slide 1 - Slide

Planning
laatste weken

Planning gewijzigd
omdat in 5VWO
meer lessen
hebben met het
60-minutenrooster.
Week
Les 1
Les 2
19
Afronden PO biofysica +
Herhaling H2
Hemelvaart
20
Veldwerk BIO
Herhaling H2 + H4
21
Pinksteren
Herhaling H2 + H4 modelleren
22
Herhaling H1 + modelleren
Herhaling H1 + modelleren
23
Herhaling H5 + modelleren
...
24
CTW: CP H1, H2, 
           H4 en H5

Slide 2 - Slide


Vrije val
van de vorige les.
Δv=aΔt
Fres=Fz
a=mFres
vnieuw=voud+Δv

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


Aan de slag

  1. Kajay-jumping 

  2. Deel 3 - leren modelleren
    vanuit het boekje 'Introductie modelleren' in classroom
timer
40:00
Deel 2 nog niet af?!
Rond dit deel eerst af.

Slide 5 - Slide

Bespreken Kayak-jumping

Slide 6 - Slide

Vraag 1

Slide 7 - Slide

Vraag 2

Slide 8 - Slide

Vraag 3

Slide 9 - Slide

Visueel modelleren

Slide 10 - Slide

  • Toestandsvariabelen: de vakjes kunnen beschouwd worden als een bepaalde 'voorraad' of 'hoeveelheid' die kan toe- en afnemen.
  • Stroomvariabelen: deze variabelen geven aan hoeveel een 'voorraad' per tijdstap toe- of afneemt. 
  • Constanten: een grootheid die in de looptijd van het model niet veranderd wordt.
  • Relatiepijlen: deze pijlen geven aan met behulp van welke andere toestands- of hulpvariabelen een bepaalde hulpvariabele of stroom berekend wordt.

Slide 11 - Slide

  • Hulp-variabelen: alle variabelen waarvan de verandering met een directe relatie kan worden weergegeven, worden aangegeven met een cirkeltje.
    Het kan bijvoorbeeld gaan om elektrisch vermogen (direct afhankelijk van stroomsterkte en spanning), de versnelling (afhankelijk van de resultante kracht en massa) en de activiteit van de bron (afhankelijk van het aantal deeltjes en de halveringstijd).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Modelleren
Werk verder waar je was gebleven.

Slide 14 - Slide