Modelleren les 2

Modelleren
  • Opdracht 2.9 bespreken
  • Verschillende soorten variabelen en conceptueel model
  • Opdracht 2.10 Toepassen op model van spaarbedrag (2.9)
  • Oefenen met opdracht 2.12A 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Modelleren
  • Opdracht 2.9 bespreken
  • Verschillende soorten variabelen en conceptueel model
  • Opdracht 2.10 Toepassen op model van spaarbedrag (2.9)
  • Oefenen met opdracht 2.12A 

Slide 1 - Slide

Opdracht 2.9 Spaarbedrag - Recursieve formule
Na n  tijdstappen: 

Je hebt dus het bedrag van de tijdstap ervoor nodig om het nieuwe bedrag te kunnen berekenen.

Omzetten in rekenmodel in Excel --> naar Excel


Slide 2 - Slide

Soorten variabelen en symbolen
  • toestandsvariabele
    stroomvariabele                                   of

    hulpvariabele                                              constante
    relatiepijl 

onafhankelijke variabele (meestal de tijd; geen symbool)

Slide 3 - Slide

Eerste stappen bij Modelleren
  1. Probleem (tekst)  analyseren en variabelen die van belang zijn eruit halen en aangeven wat voor soort variabelen met zijn
  2. Verband tussen variabelen aangeven in conceptueel model = denkmodel, lijkt op woordweb
  3. Daarna formules voor het verband bedenken en waarden van constanten en beginwaarden uit tekst halen

Slide 4 - Slide

Conceptueel model Muizengroei
Toestandsvariabele: Aantal muizen 
Stroomvariabelen: geboorte per maand en sterfte per maand 
Constanten: geboortecijfer en sterftecijfer 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld Muizengroei
Bedenk een korte tekst die bij dit conceptuele model zou passen.
Noteer dit in je logboek.

Slide 6 - Slide

Iets ander conceptueel model 
Toestandsvariabele: Aantal muizen
Stroomvariabelen: toename per maand en afname per maand 
Constanten: geboortecijfer en sterftecijfer 
Hulpvariabelen: geboorte per maand en sterfte per maand

Slide 7 - Slide

Van conceptueel model maar rekenmodel
Toestandsvariabele: Muizen
--> beginwaarde nodig
Stroomvariabelen: geboorte per maand en sterfte per maand --> formules nodig
Constanten: geboortecijfer en sterftecijfer --> waarden nodig

Slide 8 - Slide

Van conceptueel model maar rekenmodel
beginwaarde Muizen: 10
geboortecijfer (gc): 1
sterftecijfer (sc): 0

geboorte per maand = gc * muizen
sterfte per maand = sc* muizen

Slide 9 - Slide

Totale recursieve formule: 
Numeriek:
rekenen met formules en vaak met de computer
muizen(t)=muizen(tΔt)+(gcmuizen(tΔt)scmuizen(tΔt))Δt

Slide 10 - Slide

Opdracht 2.9: Oefenen met tekst analyseren en conceptueel model maken
Ga naar opdracht 2.9 en bedenk wat in dat model de toestandsvariabele is, de stroomvariabele (hou het algemeen: toename van het spaarbedrag per maand), de hulpvariabele en de constanten

Maak daarna een conceptueel model ervan

Slide 11 - Slide

Sparen
Toestandsvariabele: Spaarbedrag (B)
Stroomvariabele: bedrag erbij per maand
Constanten: vast bedrag erbij per maand (VB); rentepercentage (RP)
Hulpvariabele: rentebedrag erbij per maand (RB)

Slide 12 - Slide

Sparen: conceptueel model

Slide 13 - Slide

Huiswerk voor woensdag 21 april
Bestudeer 2.3, 2.4 en 2.5
Maak oefenopdracht 3. Hertenstand (zie SOM en classroom) en opdracht 2.12C en in je logboek en lever foto's van de conceptuele modellen in op SOM

Slide 14 - Slide