7.4 De vorming van het NL landschap

Planning 
Leerdoelen:
Je kent het verschil tussen
hoog en laag Nederland

Je weet hoe bewoners 
van lage landen zich 
beschermen tegen
water.




1 / 18
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning 
Leerdoelen:
Je kent het verschil tussen
hoog en laag Nederland

Je weet hoe bewoners 
van lage landen zich 
beschermen tegen
water.




Slide 1 - Slide

Een dik pak ijs
200.000 jaar geleden kwam landijs uit Scandinavië.
Hierdoor werd de grond opzij en omhoog geduwd. Zo bleven stuwwallen en zwerfkeien achter.

Landijs is een groot stuk ijs op land.
Een stuwwal is de opgestuwde heuvel.

Slide 2 - Slide

Het noorden van Nederland was bedekt met het landijs.

Zwerfkeien zijn gebruikt voor het bouwen van hunebedden.

Dit landijs heeft ons landschap beïnvloed. 

Slide 3 - Slide

Hoog en laag
Zonder dijken zou half Nederland (vooral het westen) onder water staan. 

Half Nederland ligt onder het NAP, 
Normaal Amsterdams Peil

Daarmee bedoelen we de gemiddelde hoogte van het zeeniveau. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

hoog en laag 
Het hoogste deel van Nederland werd vroeger als eerst bewoond. 

Hier was je veilig voor overstromingen, maar het had ook nadelen. 
De zandgronden waren onvruchtbaar. Voeddingstoffen spoelden snel weg.  

Als oplossing gingen mensen hier mest van schapen en koeien gebruiken om zo toch akkerbouw te kunnen doen. 

Slide 6 - Slide

Laag-Nederland 
In laag-Nederland (westen) zag het landschap er zo uit: 

  • nat en moerasachtig 
  • bij vloed en harde wind spoelde de zee over het land 
  • daardoor bleef zeeklei achter. Uiteindelijk werd dit een dik pak klei. 


 Duinen ontstaan doordat  langs de kust het zand op hoopjes waaide. Daarop groeide gras en zo bleef er steeds meer zand liggen. 

Duinen hielden het zeewater tegen.  

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan de slag!
Nakijken 7.4

Klaar/ Maak de herhalingsblz van 7.1 tm 7.4, of leer in Quizlet
timer
20:00000

Slide 9 - Slide

Laag-Nederland
Achter de duinen kwamen meren en plassen. Daarin groeiden planten. Als die afstierven, kwamen de plantenresten (takken, blaadjes) op de bodem van die plassen. 

Door een tekort aan zuurstof verrotte dit niet. Doordat al die lagen opstapelden, ontstond veen

Slide 10 - Slide

Laag-Nederland
In Laag-Nederland had je vaak te maken met overstromingen. Daarom bouwden mensen heuvels die noem je terpen. 
Daarna gingen mensen ook dijken bouwen. 

Slide 11 - Slide

Laag-Nederland
De zee bleef klei voor de dijk neerleggen. Zo ontstond nieuw land.
Ze bouwden er een nieuwe dijk omheen en zo kwam er meer land om op te wonen of voor akkerbouw.

Om het regenwater in zo’n omdijkt gebied in zee te lozen, gebruiken mensen
vroeger molens en tegenwoordig pompen. 
Een gebied met dijken eromheen waar mensen zelf de waterstand regelen noem je een polder.  


Slide 12 - Slide

Nakijken

Herhalingsblz  nakijken
Klaar? HW of Quizlet



Huiswerk voor volgende les
1A/B:
Maak het oefenSO en de opdrachten wanneer het paragraaf onvoldoende is
1C:
Maak het oefenSO en de opdrachten wanneer het paragraaf onvoldoende is

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Nakijken
OefenSO PleinM
Opdrachten gemaakt wanneer je paragraaf onvoldoende was?
Klaar? Doen in de les ->
Filmpjes schoolplaat in Teams bekijken over grondsoorten

Quizlet leren

OefenSO (B)

Online opdrachten
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide