Proefwerk H1 Landschappen

Oefenen voor de toets
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen voor de toets

Slide 1 - Slide

Bekijk figuur 1. Je ziet een hiker door een landschap lopen. Wandelt deze man in een ingericht landschap of in een natuurlandschap?
A
Ingericht landschap
B
natuurlandschap

Slide 2 - Quiz

Welke 2 soorten verwering zijn er ?

Slide 3 - Open question

Hoeveel % van Nederland zou kunnen overstromen als er geen dijken en/of duinen zouden zijn?
A
40%
B
50%
C
66%
D
77%

Slide 4 - Quiz

Zonder dijken en duinen
zou meer dan de helft van Nederland overstromen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Bekijk figuur 2 in de vorige slide. Welke uitspraak is juist?
A
Bij nummer 1 begint het hooggebergte .
B
Bij nummer 4 ligt het heuvellandschap.
C
Bij nummer 2 begint het hooggebergte.
D
Bij nummer 3 begint de laagvlakte.

Slide 7 - Quiz

In welk deel van de rivier vindt je veel sedimentatie
A
Middenloop
B
Bovenloop
C
Benedenloop

Slide 8 - Quiz

Wat is NIET juist over een polder?
A
Het wordt omringd door dijken
B
Het ligt hoger dan de omgeving
C
Hier wordt de waterstand geregeld
D
Regenwater moet eruit worden gepompt

Slide 9 - Quiz

Stuwwallen vind je in ...
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland

Slide 10 - Quiz

Overtollig water wordt de polder uitgepompt met een...
A
Terp
B
Gemaal
C
Turf
D
Droogmakerij

Slide 11 - Quiz

Waarom werden de polders aangelegd?
A
De boeren hadden meer grond nodig
B
Er was meer ruimte nodig om te wonen
C
Ze wilden laten zien hoe slim ze waren
D
Het land liep vaak onder water.

Slide 12 - Quiz

Jong gebergte
Oud gebergte
Hoge spitse toppen
Diepe dalen
Afgesleten toppen
ondiepe dalen

Slide 13 - Drag question

Zonder dijken en duinen zou een groot deel van Nederland nu zee zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar is de stroomsnelheid van een rivier het hoogst?
A
Delta
B
Bovenloop
C
Middenloop
D
Benedenloop

Slide 15 - Quiz

Sleep de juiste uitleg naar het juiste begrip
Landijs
Reliëf
Erosie
Het uitschuren van materiaal door water, wind en ijs
Hoogteverschil in een landschap
Een aaneengesloten stuk ijs op 
een groot landoppervlak

Slide 16 - Drag question

Een V-dal is gemaakt door:
A
een lawine
B
een gletsjer
C
mensen
D
een rivier

Slide 17 - Quiz

U-dal of V-dal?
A
U-dal
B
V-dal

Slide 18 - Quiz

Waar hoort letter E bij?
A
Dijk
B
Sloot
C
Sluis
D
Gemaal

Slide 19 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 20 - Quiz

Bekijk het plaatje. In welk rijtje staan de begrippen bij de juiste letter?
A
bovenloop = A, benedenloop = B, middenloop = C, delta = D
B
bovenloop = C, benedenloop = B, middenloop = A, delta = D
C
bovenloop = B, benedenloop = D, middenloop = C, delta = A
D
bovenloop = D, benedenloop = B, middenloop = C, delta = A

Slide 21 - Quiz

Het afbrokkelen van bergtoppen door vorst gaat in zes stappen. Zet de cijfers in de juiste volgorde.


A
1-2-4-3-5-6
B
2-3-1-5-6-4
C
2-1-4-3-6-5
D
2-1-4-6-3-5

Slide 22 - Quiz

In welk deel van een rivier kan een delta ontstaan?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Niet

Slide 23 - Quiz

Wat hoort er bij nummer 1?
A
Sedimentatie
B
Lage stroomsnelheid
C
Hoge stroomsnelheid
D
Erosie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Bekijk de reliëfkaart van Duitsland (Hoe donkerder, hoe hoger.) In welk gebied vindt de meeste verwering plaats: 1, 2, 3 of 4?
A
1
B
4
C
2
D
3

Slide 26 - Quiz

In het landschap hebben we op verschillende plekken terpen.

Hoe zijn terpen ontstaan?
A
door sedimentatie van sediment uit stilstaand zeewater.
B
door het inpolderen van gebieden die erg nat waren.
C
door het maken van heuvels bestaande uit mest, klei en afval.
D
door de laatste ijstijd.

Slide 27 - Quiz

Wat is erosie
A
De schurende werking van water ijs en wind
B
Het afzetten van sediment
C
het bewegen van een gletsjer

Slide 28 - Quiz

Veen ontstaat in een ...
A
moeras
B
rivier
C
waddenzee

Slide 29 - Quiz

Wat is veen?
A
Een grondsoort dat is ontstaan uit resten van dode planten.
B
Fijn sediment dat door de zee is afgezet.
C
Fijn zand dat door de wind is afgezet.
D
Landschap waar de mens invloed op had.

Slide 30 - Quiz

Is dit een natuurlandschap of een ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 31 - Quiz

Op welke afbeelding zie je een ingericht landschap?
A
B

Slide 32 - Quiz

Veen bestaat uit plantenresten.
A
goed
B
fout

Slide 33 - Quiz

Proefwerk
Woensdag 3 oktober
Leren:     Leer en lees de teksten van H1.
Leer de begrippen!


Slide 34 - Slide

Tot waar kwam het landijs in Nederland tijdens de voorlaatste ijstijd?
A
Noorden van NL
B
Ten oosten van NL
C
Ten zuiden van NL
D
Midden van NL

Slide 35 - Quiz

Dit landschap hoort niet bij hoog Nederland
A
Duinlandschap
B
Zandlandschap
C
Hoogveenlandschap
D
Losslandschap

Slide 36 - Quiz

Dit landschap hoort niet Laag Nederland
A
Duinlandschap
B
Laagveenlandschap
C
Zeekleilandschap
D
Rivierkleilandschap

Slide 37 - Quiz