3HV Chapitre 1 bron C L'adjectif possessif

Het bezittelijk voornaamwoord.
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets van iemand is.
De vorm hangt dus af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het bezittelijk voornaamwoord.
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets van iemand is.
De vorm hangt dus af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Slide 1 - Slide

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Slide 2 - Mind map

Ken je het schema nog?
m.ev
vr.ev
meerv.
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn/haar
son
sa
ses
ons/onze
notre
notre
nos
jullie/uw
votre
votre
vos
hun
leur
leur
leurs

Slide 3 - Slide

Let op:


Ma, ta, sa  worden mon, ton, son voor een
vrouwelijk woord dat in het enkelvoud staat en begint met een
klinker of stomme h.!!

Slide 4 - Slide

Vul het bezitt. vnw in:
(jouw) soeur
A
ton
B
ta
C
tes
D
sa

Slide 5 - Quiz

(ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
vos

Slide 6 - Quiz

(hun) livres
A
notre
B
ses
C
leur
D
leurs

Slide 7 - Quiz

(mijn) frère
A
mon
B
ma
C
mes
D
son

Slide 8 - Quiz

(uw) filles
A
notre
B
votre
C
nos
D
vos

Slide 9 - Quiz

(zijn) moeder
A
son
B
sa
C
ses
D
ma

Slide 10 - Quiz

(jouw) amie
A
ton
B
ta
C
tes
D
son

Slide 11 - Quiz

(haar) père
A
son
B
sa
C
ses
D
ton

Slide 12 - Quiz

m. ev
vr. ev
m. mv
vr. mv
de mijne
le mien
la mienne
les miens
les miennes
de jouwe
le tien
la tienne
les tiens
les tiennes
die van hem/haar
le sien
la sienne
les siens
les siennes

Slide 13 - Slide

En voor 3V nog dit:
Een bezittelijk voornaamwoord kan ook zelfstandig worden gebruikt, dus zonder dat er een zelfstandig naamwoord achter staat.

Is dat jouw hond?   Nee, dat is de mijne.

Slide 14 - Slide

C'est ton chat? Non, c'est (de mijne)
A
le mien
B
la mienne
C
les miens
D
les miennes

Slide 15 - Quiz

Ce sont ses livres? Non, ce sont (de jouwe)
A
le tien
B
la tienne
C
les tiens
D
les tiennes

Slide 16 - Quiz

C'est ta montre? Non, c'est (die van haar)
A
le sien
B
la sienne
C
les siens
D
les siennes

Slide 17 - Quiz