H1 Woordenschat 1-1

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen? 
  • Lesdoelen
  • Nakijken en maken opdrachten
  • Instructie Woordenschat H2
  • Maken opdracht1,  2, 3 en 4
  • Nakijken opdracht 1, 2, 3 en 4
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.
  • Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.
  • Ik figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen.

Slide 4 - Slide

Nakijken opdrachten H1 Woordenschat

Al klaar?
https://www.jufmelis.nl/woordenschat

Slide 5 - Slide

Instructie Woordenschat H2
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Gezamenlijk werken
Startopdracht
Opdracht 1
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Zelfstandig werken
Opdracht 2 en 3. 
Heb je een vraag? Steek je vinger op.
Ben je klaar?  Maak opdracht 4

Ben je al klaar? 
Numo
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Nakijken

  • Nakijken opdracht 2 en 3 op bladzijde 68
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 10 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 11 - Slide

Nakijken
Opdracht 2
1 aantreft = tegenkomt
bovendien = ook
veroorzaken = zorgen voor
onderling = samen
verzinnen = bedenken
2 precies heeft gekeken hoe het zit
3 van vroeger
4 Als je iets vrijwillig doet, doe je het omdat je het zelf wilt (zonder dat het moet)
5 ‘Met bijvoorbeeld spotjes op tv of banners op internet willen we ouders en scholieren laten weten dat hoofdluis ook op middelbare scholen steeds meer voorkomt.’
6 steeds meer scholieren hebben luizen

Slide 12 - Slide

Nakijken
7 Woord uit de tekst Woordbetekenis
campagnes acties om mensen informatie te geven of om reclame te maken
beschouwd bekeken, gezien
vanwege door
aanvankelijk eerst
vastgesteld gemerkt dat het zo is
geschikt goed te gebruiken
hangt samen met heeft te maken met
onderzoek het precies kijken hoe iets zit
controleren kijken of iets goed is of goed werkt
toenemen meer worden, groter worden, groeien
vrijwillig omdat je het zelf wilt, niet omdat het moet
huidige van deze tijd, van nu
beslist zeker

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Nakijken
Opdracht 3

‪aanvankelijk ↔ op het laatst ‬‬‬‬‬‬‬‬‬

beslist   ↔ niet zeker

geschikt ↔ niet te gebruiken

huidig ↔ van vroeger

toenemen ↔ minder worden

vrijwillig ↔ omdat het moet

timer
5:00

Slide 14 - Slide

Nakijken
Opdracht 4

1 Veel aardbevingen hangen samen met een verschuiving van aardplaten.

2 Wij beschouwen alle leden van ons oude team nu nog steeds als echte vrienden.

3 De monteur heeft vastgesteld dat de uitlaat van mijn scooter kapot is.

4 Uit een groot onderzoek is duidelijk geworden dat jongeren best gezond leven.

timer
5:00

Slide 15 - Slide

Wiebe Wakker wilde aantonen dat je met een elektrische auto heel ver kunt komen. Dit heeft hij zeker laten zien met zijn reis van 95.000 kilometer.
Wat betekent aantonen?

Welk woord past het beste op de open plek in de zin?

_____________leek de nieuwe shampoo goed te werken, maar na twee uur werd mijn moeders haar opeens knalgroen.

 

A
vrijgevig
B
toegezegd
C
aanvankelijk
D
aangetoond

Slide 16 - Quiz

Wiebe Wakker wilde aantonen dat je met een elektrische auto heel ver kunt komen. Dit heeft hij zeker laten zien met zijn reis van 95.000 kilometer.
Wat betekent aantonen?

In welke zin is het beste synoniem van het woord 'aantonen' aangebruikt.

'Ik wil aantonen dat de wereld rond is', zei Columbus
A
Ik wil bewijzen dat de wereld rond is.
B
Ik wil aanwijzen dat de wereld rond is.
C
Ik wil uitwijzen dat de wereld rond is.
D
Ik wil hardmaken dat de wereld rond is.

Slide 17 - Quiz

Wiebe Wakker wilde aantonen dat je met een elektrische auto heel ver kunt komen. Dit heeft hij zeker laten zien met zijn reis van 95.000 kilometer.
Wat betekent aantonen?

Kies het goede antwoord.


In welke zin is aandrijven juist gebruikt?



A
De kano van Bastiaan is langs de kant aangedreven.
B
De armen van de robot worden aangedreven door kleine motoren.
C
Tijdens het zwemmen wordt Fiona aangedreven door haar badpak.
D
Ellen probeerde haar dochter aan te drijven om haar huiswerk te gaan maken.

Slide 18 - Quiz

Wiebe Wakker wilde aantonen dat je met een elektrische auto heel ver kunt komen. Dit heeft hij zeker laten zien met zijn reis van 95.000 kilometer.
Wat betekent aantonen?

Kies het goede antwoord.


Wanneer kun je zeggen dat iets een cliché is?


A
Als de meester je voor de twintigste keer straf geeft.
B
Als je moeder je elke dag de taak geeft om de vaatwasser in te ruimen.
C
Wanneer je met vrienden een nieuwe grap maakt.
D
Als je opa elke keer wanneer hij je ziet dezelfde mop vertelt.

Slide 19 - Quiz

Wiebe Wakker wilde aantonen dat je met een elektrische auto heel ver kunt komen. Dit heeft hij zeker laten zien met zijn reis van 95.000 kilometer.
Wat betekent aantonen?

Welke zin betekent ongeveer hetzelfde?


Mijn moeder heeft toegezegd dat ik na het eten mag buitenspelen.


A
Ik mag kiezen of ik vanavond ga buitenspelen, omdat mijn moeder het niet weet..
B
Ik mag vanavond buitenspelen, omdat mijn moeder dat gezond vindt.
C
Ik mag vanavond niet buitenspelen, omdat mijn moeder dat heeft gezegd.
D
Ik mag vanavond buitenspelen, omdat mijn moeder dat heeft beloofd.

Slide 20 - Quiz

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 21 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 22 - Slide

Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 23 - Slide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 24 - Slide

Wat gaan we doen? -1-
  • Lesdoelen
  • Nakijken opdracht 9
  • Cram woordenschat
  • Instructie Taalverzorging
     (onderwerp en persoonsvorm)
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 25 - Slide

Lesdoelen hoofdstuk 1 Woordenschat
  • Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden
  • de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen in deze paragraaf.

Slide 26 - Slide

Nakijken

  • Nakijken opdracht 9
timer
5:00

Slide 27 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 28 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 29 - Slide