Wat: je maakt opdracht 1 t/m 10 van hoofdstuk 21
Hoe: samenwerkend of zelfstandig
Hulpmiddel: je boek, je schoudermaatje, je docent
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: de antwoorden netjes in je schrift.
Klaar?: kijk je antwoorden na, werk verder volgens studiewijzer, lezen of een ander vak.