IBS 1: hoofdstuk 11: verrijking

Hoofdstuk 6: Verrijking
IBS 1: Dierverzorger op een recreatiepark
MBO niveau 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6: Verrijking
IBS 1: Dierverzorger op een recreatiepark
MBO niveau 2

Slide 1 - Slide

Wat verstaan we onder verrijking?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Wat is het doel van verrijking?

Slide 4 - Open question

Verrijking
= het stimuleren van dieren


Iedere verandering in het leven van het dier of in de omgeving van het dier dat voordelen oplevert zonder negatieve effecten/bijkomstigheden.

Doel van verrijking:
Gedragsverandering te stimuleren.
Bijv. het natuurlijk gedrag te vergroten.


Slide 5 - Slide

Vormen van verrijking
  • Voedselverrijking
  • Fysieke verrijking of omgevingsverrijking
 Iedere verandering in het verblijf (structureel als tijdelijk).
  • Zintuigelijke verrijking
 Alles wat de zintuigen stimuleert (geur, geluid, visueel).
  • Sociale verrijking
 Interactie met andere dieren van hetzelfde soort of met een andere diersoort, inclusief mensen.
  • Cognitieve verrijking
 Stimuleert het probleemoplossend vermogen en stimuleert het mentale welzijn van het dier.

Slide 6 - Slide

Soort verrijking
Functie
Voedselverrijking
Fysieke (omgevings)verrijking
Zintuigelijke verrijking
Sociale verrijking
Cognitieve verrijking

stimuleren zoekgedrag
zintuigen stimuleren
stimuleren probleemoplossend vermogen en mentale welzijn
natuurlijk gedrag stimuleren
dieren actiever maken

Slide 7 - Drag question

Voedselverrijking
Meest bekende soort.
 

Stimuleren van zoekgedrag naar voedsel (is een groot gedeelte van hun tijd in de natuur):
        tegen verveling

Voorbeelden:
- Takken voor planteneters
- Ruiven en netten
- Speeltjes met voedsel
- Verstoppen van voedsel
- Meelwormen en sprinkhanen



Slide 8 - Slide

Omgevingsverrijking of fysieke verrijking
Alle aanpassingen die in het verblijf worden gebruikt om het natuurlijk gedrag te stimuleren.
  • Vaste attributen
     -  Klim- en springmogelijkheden voor geiten
      - Aanplanting en bodembedekking
      - verschillende hoogtes in het verblijf
  • Lossen voorwerpen
     - Kartonnen dozen bij konijnen


Slide 9 - Slide

Zintuigelijke verrijking
Verrijkingen die de zintuigen van het dier stimuleren;
  • Geuren
 predator of prooi geuren of feromonen
  • Geluiden
 natuurlijke geluiden
  • Lichtjes

Slide 10 - Slide

1

Slide 11 - Video

02:25
Wat voor soort verrijking is de Ipad?
A
omgevingsverrijking
B
zintuigelijke verrijking
C
sociale verrijking
D
cognitieve verrijking

Slide 12 - Quiz

Sociale verrijking
Dieren die samen of in groepen worden gehuisvest vertonen veel meer natuurlijk gedrag. Daardoor zijn ze ook actiever.
                Zelfde diersoorten bij elkaar of verschillende diersoorten bij elkaar.

Ook solitaire dieren bij elkaar:
- Wel ‘s nachts gescheiden van elkaar
- Apart verrijking aanbieden

Sociale huisdieren alleen houden: levert frustratie, stress en probleemgedrag.
    Papegaaien, honden en nog een aantal andere diersoorten kan het contact met mensen              het sociale gemis compenseren.



Slide 13 - Slide

Welke dieren hebben enkel behoefte aan soortgenoten in paartijd?
A
solitaire dieren
B
sociale dieren
C
groepsdieren

Slide 14 - Quiz

Cognitieve verrijking of training
Bij training leer je een dier een vaardigheid.


Voorbeelden:
- Paardensport (conditie)
- Voor het toedienen van medicatie
- Voor het verplaatsen van dieren
- Honden training (opvoeding of ‘iets te doen hebben’)

Slide 15 - Slide

Waar let je op bij het inzetten van verrijking?

Slide 16 - Mind map

Inzet van verrijking
Je let op:
  • Past bij het dier
  • Stimulatie van het juiste gedrag
  • Inzetbaarheid (makkelijk en snel wisselbaar)
  • Kosten
  • Veiligheid
  • Hygiëne

Slide 17 - Slide

Zet de stappen van verrijking in de juiste volgorde:

Stap 1:

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:
testen
evalueren
goedkeuring vragen
Materialen en middelen bedenken

Slide 18 - Drag question

Plannen
  • Stap 1: Goedkeuring vragen.
   Zijn er (genoeg) mensen aanwezig, voedingsmiddelen geschikt?
  • Stap 2: welke materialen en middelen zijn er nodig
   Veilig voor mens en dier!
  • Stap 3: verrijking testen
  • Stap 4: verrijking evalueren
 Heb je je doel van je verrijking bereikt?

Slide 19 - Slide

Veiligheid van verrijking
  • Kan een dier zich verwonden aan de verrijking (denk aan snijwonden, ophangen, vastzitten in of op)?
  • Kan de verrijking gebruikt worden als een wapen naar soortgenoten in het verblijf?
  • Kan het uit het verblijf worden gegooid als projectiel (verzorgers of publiek verwonden)?
  • Kan het een darmperforatie of darmverstopping veroorzaken wanneer het opgegeten wordt?
  • Kan het leiden tot ontsnappen uit het verblijf?
  • Kan het leiden tot agressie?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Basis veiligheidsregels verrijking
  • Bij het bouwen van een object met veel hout, gebruik schroeven en niet-giftige lijm in plaats van nagels/spijkers. Maak hoeken rond zodat er geen ruwe randen aanwezig zijn of mogelijkheid tot splintering van hout.
  • Gebruik alleen niet-giftige verf.
  • Gebruik zoveel mogelijk natuurlijke materialen zoals katoen, wol of hennep of iets dergelijks. Kunststoffen of nylon moet met voorzichtigheid worden gebruikt.
  • Bij het gebruik van kettingen om voorwerpen op te hangen, mag de ketting enkel single worden gebruikt (niet er tussen kunnen zitten) en zo kort mogelijk.
  • Kartonnen dozen moet vrij zijn van nietjes of plastic tapes.
  • Papieren zakken moet vrij zijn van plastic of voeringen.
  • Speelgoed moet vrij zijn van kleine, verwijderbare onderdelen die kunnen worden ingeslikt. Kies speelgoed dat geschikt is voor elk dier.
  • Als vuistregel is het het beste om genoeg verrijking aan te bieden voor alle dieren in een groep. En soms voor nog een paar meer te zorgen, als die dieren de verrijking kunnen verzamelen, oppotten of kunnen dragen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Aan de slag!
Hoofdstukvragen:
13: Welzijn
13: Reinigen en ontsmetten

Leeractiviteiten:
1.11 Algemene informatie knaagdieren en geit
1.12: Ethogram maken

joinmyquiz.com
konijn - code: 0171 6702
knaagdieren - code: 3396 0414
Geiten - code: 5178 6206
niet-gedomesticeerde dieren - code: 1036 7454
diergroepen in de dierentuin - code: 0322 4030
geslachtsbepaling en namen - code: 3205 9870

Slide 24 - Slide