2TL Grammatica zinsdelen: §4 Samengestelde zinnen (2)

Welkom 2A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga zitten volgens de plattegrond.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga zitten volgens de plattegrond.

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Presentiecontrole
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Herhaling Grammatica §4: Samengestelde zinnen
- Oefening Grammatica §4: Samengestelde zinnen
- Maken Grammatica §4: Samengestelde zinnen

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan voegwoorden herkennen.
- Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Slide 4 - Slide

Gramm. §4: Samengestelde zinnen
Hoe bepaal je of je te maken hebt met een enkelvoudige 
of een samengestelde zin?

Slide 5 - Slide

Gramm. §4: Samengestelde zinnen
Hoe bepaal je of je te maken hebt met een enkelvoudige 
of een samengestelde zin?

In een enkelvoudige zin staat één persoonsvorm.
In een samengestelde zin staan twee of meer persoonsvormen.

Slide 6 - Slide

Gramm. §4: Samengestelde zinnen
Wat is een voegwoord?

Slide 7 - Slide

Gramm. §4: Samengestelde zinnen
Wat is een voegwoord?

Een voegwoord is het woord dat twee enkelvoudige zinnen samenvoegt (aan elkaar plakt).
Het staat vaak in het midden van de zin, maar het kan ook vooraan staan.
Voorbeelden: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus.

Slide 8 - Slide

Enkelvoudig
Mijn vader kookt het avondeten.
Mijn moeder drinkt koffie.


Lisanne heeft gedoucht.
Ze borstelt haar haar.

Het feest was afgelopen.
Iedereen ging naar huis.

Samengesteld
Mijn vader kookt het avondeten, terwijl mijn moeder koffie 
drinkt.

Nadat Lisanne heeft gedoucht, borstelt ze haar haar.

Toen het feest was afgelopen, ging iedereen naar huis.

Slide 9 - Slide

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Als William zijn huiswerk af heeft, gaat hij op zolder zitten gamen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 10 - Quiz

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

De verpleegkundige in het ziekenhuis zorgt goed voor al zijn patiënten.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 11 - Quiz

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Toen Nadine de kaarsjes uitgeblazen had, sneed ze de taart aan.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 12 - Quiz

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Vincent besteedt veel tijd en aandacht aan zijn huiswerk voor de talen Frans, Duits en Engels.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 13 - Quiz

Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Wat is het voegwoord?

Omdat er regen is voorspeld, neemt Mia een paraplu mee.

Slide 15 - Open question

Wat is het voegwoord?

Lucian koopt cadeautjes, want morgen gaat hij naar Roberts feestje.

Slide 16 - Open question

Wat is het voegwoord?

Meike houdt van knutselen en Ymke speelt graag met Lego.

Slide 17 - Open question

Wat is het voegwoord?

Als je goed je best doet, haal je hogere cijfers.

Slide 18 - Open question

Ik kan voegwoorden in een zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Aan de slag!
Maak Grammatica Zinsdelen §4: Samengestelde zinnen, 
opdr. 1 t/m 4, blz. 204-205

(Nakijken hoeft nog niet, ik moet de antwoordboeken nog laten printen.)

Deze opdrachten zijn huiswerk voor dinsdag 26 september.

Slide 20 - Slide