This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Spelling
Hoofdstuk 6: leestekens
Slide 1 - Slide
Raadsel
Wat is het juiste antwoord?
Slide 2 - Slide
Doel van de les
Deze les heb je geoefend met het herkennen van de directe rede en indirecte rede. Ook heb je geoefend met het schrijven van zinnen in de directe en indirecte rede.
Slide 3 - Slide
Wat kun je nog vertellen over de directe rede en de indirecte rede?
Slide 4 - Open question
Directe rede en indirecte rede
Pak je aantekeningenschrift erbij.
We gaan een filmpje kijken om de directe en indirecte rede te herhalen.
Als je nieuwe informatie hoort, schrijf je dit bij je aantekeningen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Opdracht maken
Maak opdracht 2 + 3 op blz. 185.
Bij opdracht 2 zet je de zinnen in de indirecte rede Bij opdracht 3 zet je de zinnen in de directe rede Gebruik je aantekeningen en het groene stukje op blz. 184
15 minuten de tijd
Klaar? Opdracht 4 maken blz. 185
Slide 7 - Slide
Antwoorden opdracht 2
1 Jasper vraagt wie er meegaat naar de verjaardag van Hassan.
2 De politieagent zei dat we onze fietsverlichting moesten aanzetten.
3 Coby vroeg aan Nermina of ze van haar een euro kon lenen.
4 De trainer zei (of: riep) dat we volgende week kampioen kunnen (of: konden) worden.
Slide 8 - Slide
Antwoorden opdracht 3
1 Carlo zei: ‘Vanmiddag mogen we bij mij thuis gamen.’
2 Dini vraagt aan haar teamleden: ‘Waar is de ballentas?’
3 Mijn moeder zei: ‘Je moet om 20.00 uur thuis zijn.’
4 Ik vroeg mijn zusje: ‘Wat wil je voor je verjaardag hebben?’
Slide 9 - Slide
Huiswerk voor de volgende les
Leren alle theorie over de werkwoordspelling + hoofdletters en leestekens (zie aantekeningenschrift)
Volgende les maken we een oefentoets om te zien waar je nog aandacht aan moet besteden voor de echte toets.