p1 hoofdstuk 2 ak

1 / 27
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Het ontstaan van de Alpen
100 miljoen jaar geleden:  
tropische zee, vorming van dikke lagen dode dieren en planten = sediment gesteenten 

80 miljoen jaar geleden 
Afrikaanse plaat beweegt naar het noorden en duwt de sediment gesteenten in de tropische zee voor zich uit. De zeebodem kreukelde, plooide en brak.

30 miljoen jaar geleden: De Afrikaanse plaat duwt de sedimentgessteenten naar Europa en zo werden de Alpen tegen Europa aangeduwd. De Afrikaanse plaat schoof er zelf als laatste overheen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hebben veel wat? Noteer het begrip

Slide 4 - Open question

Wat is relief?
Hoogteverschillen in het landschap

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aardbeving = endogene kracht of exogene kracht?
A
Endogene kracht
B
Exogene kracht

Slide 14 - Quiz

het Weer
A
endogene kracht
B
exogene kracht

Slide 15 - Quiz

Verwering
A
endogene kracht
B
exogene kracht

Slide 16 - Quiz

Waarom is vorst verwering
een voorbeeld van een exogene kracht?
A
Het verandert de aardkorst van binnen uit
B
Het verandert de aardkorst van buitenaf

Slide 17 - Quiz

Vulkaanuitbarsting
A
endogene kracht
B
exogene kracht

Slide 18 - Quiz

Erosie
A
endogene kracht
B
exogene kracht

Slide 19 - Quiz

Apennijnen: welke reliefvorm heeft het?
A
laagland
B
middelgebergte
C
hooggebergte

Slide 20 - Quiz

Er zijn 4 reliefvormen: Hooggebergte, middelgebergte, heuvelland en laagland. 

Wat zijn de kenmerken van reliefvorm Hooggebergte?

Slide 21 - Slide

Wat zijn de kenmerken van reliefvorm Hooggebergte?



Het gebergte is hoog, 
heeft spitse bergtoppen en 
steile hellingen 
met diepe dalen


Slide 22 - Slide

Geef kenmerken van een jong gebergte

Slide 23 - Open question

Kenmerken van een jong gebergte
Hoge toppen, diepe dalen
steile hellingn

Slide 24 - Slide

Verschil jong en oud gebergte

Slide 25 - Open question

Verschil jong en oud gebergte
Jong = hoge toppen, oud heeft afgeronde toppen. 
Jong heeft diepe dalen en oud heeft ondiepe dalen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide