Microbiologie 1.2.2

Micro-organismen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Micro-organismen

Slide 1 - Slide

Protozoën
Eencellige eukaryote micro-organismen
Dierlijke eigenschappen
Voortbeweging:
  • Cilliën
  • Flagellen
  • Amoeboide

Slide 2 - Slide

Protozoën
Schadelijk:
  • Plasmodium -> veroorzaakt malaria
Nuttig:
  • Trilhaardiertjes die helpen bij de vertering van gras in de pensmaag van koeien


Slide 3 - Slide

Algen
Eencellige eukaryote micro-organismen
Plantaardige eigenschappen
20.000 soorten
Basis voor voedselketen
Kunnen ook groepen vormen: kolonies
Groepen cellen achterelkaar: draadvormige algen



Slide 4 - Slide

Algen
Schadelijk:
  • Verstoppen van waterleidingen
  • Toxische stoffen afgeven
  • In zwemwater groeien
Nuttig:
  • Basis van de voedselketen in water
  • Verdikkingsmiddel voor levensmiddelen


Slide 5 - Slide

Wat is een verschil tussen protozoën en algen?
A
Protozoën bevatten chloroplasten, algen niet
B
Protozoën bevatten geen chloroplasten, algen wel
C
Protozoën bevatten een celmembraan, algen niet
D
Protozoën bevatten geen celmembraan, algen wel

Slide 6 - Quiz

Fungi
Eukaryote organismen
Bevatten celwand
Eencellig of meercellig

Grote fungi, paddenstoelen, behoren niet tot de micro-organismen


Slide 7 - Slide

Schimmels
Draadvormige fungi
Draden worden hyfen genoemd
  • Kunnen eencellig of meercellig zijn
Netwerk aan hyfen: mycelium

Slide 8 - Slide

Schimmelsporen
Resistent tegen droogte
Zorgt voor verspreiding
Zorgt voor kleurverandering van de schimmels
Groeien onder gunstige omstandigheden groeien sporen uit tot nieuwe hyfen

Slide 9 - Slide

Schimmels
Schadelijk:
  • Verrotten van hout
  • Bederven van voedsel
  • Ziekten bij planten
  • Zwemmerseczeem



Slide 10 - Slide

Schimmels
Nuttig:
Productie antibiotica         Penicillium notatum
Productie kaas                      Penicillium camemberti

Slide 11 - Slide

Gisten
Eencellig
Rond of ovaal
Groei door middel van knopvorming
Grootte: 10 µm
Bevat een kern en cel-organellen

Slide 12 - Slide

Gisten
Schadelijk:
Rodotorula 
  • roze gist, komt voor op douchegordijnen en vochtige muren
Candida albicans
  • witte melkachtige aanslag op de tong

Slide 13 - Slide

Gisten
Nuttig
Saccharomyces cerevisiae
  • bakkersgist
Saccharomyces carlbergensis 
  • gist voor productie van wijn en bier

Slide 14 - Slide

Gisten zijn eencellig of meercellig
A
Juist
B
Onjuist, gisten zijn eencellig
C
Onjuist, gisten zijn meercellig

Slide 15 - Quiz

Virussen
Virologie
Jongste tak van de microbiologische wetenschap
Pas in 1940 werden de eerste virussen waargenomen met de elektronenmicroscoop
20 - 300 nm



Slide 16 - Slide

Virussen: opbouw
Het binnenste is een nucleïnezuur 
Nucleocapside
Envelop
Spikes


Slide 17 - Slide

Virussen: indeling
Drie groepen op basis van gastheer
  • Dierlijke virussen
  • Plantenvirussen
  • Bacteriële virussen (bacteriofagen)
Twee groepen op basis van nucleïnezuur
  • DNA virussen
  • RNA virussen

Slide 18 - Slide

Virussen
Vorm:
Staafvormig
Bolvormig
Polyhedral (meervlakkig)
Bateriofaag meest complexe vorm

Slide 19 - Slide

Vermeerdering virussen

Slide 20 - Slide

Waartegen zijn schimmelsporen bestand?
A
Droogte
B
Hitte
C
Zuurtegraad

Slide 21 - Quiz

Bij de lytische cyclus van virussen gaat de gastheercel dood
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Virussen zijn waar te nemen met een lichtmicroscoop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz