bk NN cursus 7 spelling par. 2 en 3 : Hoofdletters & leestekens

NN cursus 7 paragraaf 2 en 3
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

NN cursus 7 paragraaf 2 en 3

Slide 1 - Slide

Leestekens NN cursus 7
Lesdoel:

Je weet wanneer je hoofdletters moet zetten. 
Je weet wanneer je een komma moet gebruiken.
Je weet wanneer je een vraagteken, punt en uitroepteken moet gebruiken. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Komma
 De komma is een korte pauze in een zin.
Je gebruikt een komma...
bijvoorbeeld
tussen delen van een opsomming
In de zomer ga ik fietsen, zwemmen, wandelen en raften.
voor voegwoorden als: want, maar, omdat, zoals.
In deze zin staat een komma, want er staat een voegwoord in.
tussen twee persoonsvormen
Pas toen hij dat zei, vielen de puzzelstukjes op z'n plaats.

Slide 4 - Slide

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 5 - Drag question

kom gauw jeroen zit in de kantine
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
HOOFD-
LETTER
.
.
?
?
!
!
,
,

Slide 6 - Drag question

Hoe laat begint de les vandaag!
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 7 - Quiz

Hij vroeg of de leerlingen nog gingen komen?
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 8 - Quiz

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 9 - Quiz

Loop naar de maan.
A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 10 - Quiz

Op Maandag hebben we een toets.

A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 11 - Quiz

Wil je kaas, jam of hagelslag op je boterham?
A
Hoofdletters en leestekens kloppen.
B
Hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 12 - Quiz

In Maart ben ik jarig!
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 13 - Quiz

Omdat ik jarig ben, ga ik een feestje geven.
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 14 - Quiz

Maak goede leestekens:
vandaag zijn we hier omdat we les hebben

Slide 15 - Open question

Gebruik goede leestekens:
hoe ga jij naar huis

Slide 16 - Open question

Maak de zin goed:
nadat ik gegeten heb ga ik slapen

Slide 17 - Open question

Maak de zin goed:
ik houd van chocola koek chips en fruit

Slide 18 - Open question

Maak samen een zin met een komma tussen de delen van de opsomming.
timer
1:00

Slide 19 - Open question

Maak samen een zin met een komma en een voegwoord.
timer
1:00

Slide 20 - Open question

Maak samen een zin met een komma tussen 2 persoonsvormen.
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Luister naar de zin en typ wat je hoort.

Slide 22 - Open question


ik kan leestekens goed gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll