HEY 4.4 hulp bij voortplanting

4.4 Hulp bij voortplanting
Les 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.4 Hulp bij voortplanting
Les 1

Slide 1 - Slide

teelballen
Hypofyse
FSH
Testosteron

Slide 2 - Drag question

Huiswerkcheck

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je beschrijft twee technieken om problemen met onvruchtbaarheid op te lossen. 
  • Je beschrijft onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een baby op te sporen voor en na de geboorte. 

Slide 4 - Slide

Ongewenst kinderloos
mogelijke oorzaken:
  • te kleine zaadcellen of inactieve zaadcellen
  • hele onregelmatige cyclus
  • verklevingen eileiders (door ontstekingen zoals bij chlamydia)
  • etc etc

De oplossing is afhankelijk van de oorzaak.

Slide 5 - Slide

oplossingen
  • met ovulatietest vruchtbare moment beter bepalen
  • KI/ kunstmatige inseminatie = sperma (meestal eerst 'gewassen' en geconcentreerder) injecteren in de baarmoeder
  • IVF/ in-vitrofertilisatie = sperma en eicel samenbrengen in schaaltje in het lab
  • hormoonbehandelingen
  • ICSI/ intracellulaire inseminatie (sperma injecteren in eicel)



Slide 6 - Slide

Kunstmatige Inseminatie (KI)
  • Slangetje naar de baarmoeder
  • Injectie spermacellen

Oplossing als:
  • Spermacellen ongezond zijn
  • Baarmoedermond ontoegankelijk is

Slide 7 - Slide

In Vitro Fertilisatie
  • Bij verminderde vruchtbaarheid kan IVF worden toegepast
  • reageerbuisbevruchting
  • In vitro betekent "in glas"

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

ICSI

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

draagmoederschap
Als de vrouw niet zwanger kan zijn door bijvoorbeeld een verwijderde baarmoeder (kanker) dan is een draagmoeder een mogelijkheid.

Een andere vrouw 'draagt' de baby. Bevruchting vindt plaats door IVF en het embyro van de ouders wordt in de baarmoeder van de draagmoeder geplaatst. In NL mag hier geen geld voor worden gevraagd/ gegeven. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
4.4 Hulp bij voortplanting
Blz. 130 - 133
Maken opdr. 53 t/m 57

Slide 16 - Slide

4.4 Hulp bij voortplanting
Les 2

Slide 17 - Slide

Wie heeft een verminderde vruchtbaarheid wanneer artsen gebruik maken van ICSI?
A
De man
B
De vrouw
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 18 - Quiz

Tijdens een ICSI wordt een eicel doorboort in...
A
de celwand
B
het celmembraan
C
celwand + celmembraan
D
Geen van beide

Slide 19 - Quiz

Waarom krijgt een vrouw eerst FSH toegediend voordat haar eicellen worden afgenomen?
A
Om te zorgen voor een ovulatie
B
Om de follikels te stimuleren
C
Om het gele lichaam te stimuleren
D
Om het baarmoederslijmvlies te stimuleren

Slide 20 - Quiz

Wanneer er kunstmatige FSH wordt toegevoegd verwachten we...
A
Een afname in oestradiol
B
een toename in oestradiol
C
Een afname in progesteron
D
Een toename in progesteron

Slide 21 - Quiz

Zodra een zygote ontstaat na de IVF/ICSI is de cel...
A
haploïd, n
B
haploïd, 2n
C
diploïd, n
D
diploïd, 2n

Slide 22 - Quiz

Huiswerkcheck
4.4 Hulp bij voortplanting
Blz. 130 - 133
Maken opdr. 53 t/m 57

Slide 23 - Slide

Leerdoelen
  • Je beschrijft twee technieken om problemen met onvruchtbaarheid op te lossen. 
  • Je beschrijft onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een baby op te sporen voor en na de geboorte. 

Slide 24 - Slide

Prenatale diagnostiek
Prenataal: betekent: vóór de geboorte. Dus aangeboren of erfelijke afwijkingen opsporen bij het ongeboren kind: 
  • NIPT
  • vlokkentest
  • vruchtwaterpunctie
  • echoscopie/nekplooimeting

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Postnatale diagnostiek
Postnataal betekent: na de geboorte. 
Met de hielprik kunnen bij het pasgeboren kindje een aantal ernstige aandoeningen opgespoord worden. Zonder tijdige start met dieet of medicijnen kunnen deze leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.

Slide 30 - Slide

Hielprik
Na de geboorte neemt de verloskundige/kraamverzorgster via een hielprik enkele druppels bloed af bij de baby. Dit wordt onderzocht op een aantal ernstige aandoeningen, die wel te behandelen zijn, maar (vaak) niet te genezen. Bijv. stofwisselingsziekte PKU. 

Slide 31 - Slide

Aan de slag!
4.4 Hulp bij voortplanting
Blz. 130 - 133
Maken opdr. 60 t/m 65

Slide 32 - Slide