What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Karneval
Karneval in Deutschland
Ziel: Landeskunde- Was ist Karneval, Fasching oder Fastnacht?
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Karneval in Deutschland
Ziel: Landeskunde- Was ist Karneval, Fasching oder Fastnacht?
Slide 1 - Slide
Karneval
Ik vind Karneval een fantastisch feest.
Ik ben een keer bij een karnevals optocht geweest.
Ik heb wel vaker karneval gevierd.
Ik heb nog nooit iets met karneval gedaan.
Slide 2 - Poll
2
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
00:07
Rheinland
Südwesten
Bayern
Karneval
Fastnacht
Fasching
Slide 5 - Drag question
00:25
Karneval (Carnelevale) bedeutet?
A
Festen
B
Essen
C
Fleischwegname
Slide 6 - Quiz
Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
A
Atemlos
B
Kölsch statt Käsch
C
Kölle Alaaf
D
Pieëlhaze
Slide 7 - Quiz
Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
A
Einen Stern
B
Schatzi schenk mir ein Foto
C
Kölle Alaaf
D
Knolbeat
Slide 8 - Quiz
Rheinland
Bayern
Franken
NUR Düsseldorf
Slide 9 - Drag question
Tot wanneer duurt de vastentijd
(Fastenzeit)?
A
Weihnachten
B
Pfingsten
C
Ostern
D
Tag der deutschen Einheit
Slide 10 - Quiz
Karneval, Fasching en Fastnacht
A
betekenen niet hetzelfde
B
betekenen hetzelfde
Slide 11 - Quiz
www.dw.com
Slide 12 - Link
Slide 13 - Video
In Köln feiern die Jecken Rosenmontag
Wat zijn Jecken?
A
de prins en de raad van 11.
B
carnavalsvierders
C
mannen met jassen
D
de burgemeester en wethouders van Keulen
Slide 14 - Quiz
An den Umzug nehmen etwa 11.000 Karnevalisten teil.
Wat betekent Umzug?
A
omkleden
B
optocht
C
uitgang
D
kostuum
Slide 15 - Quiz
Ein Karnevalswagen nimmt Schulz und Merkel aufs Korn.
Wat betekent aufs Korn nehmen?
A
aandacht besteden aan
B
uitbeelden
C
onder schot nemen
D
bespotten
Slide 16 - Quiz
die Tanzgarden dürfen nicht fehlen.
Wat betekent dürfen nicht fehlen?
A
zijn niet met veel dansers aanwezig.
B
kunnen niet veel.
C
mogen niet ontbreken.
D
kunnen niet dansen
Slide 17 - Quiz
Die Zugstrecke ist etwa .. km lang
A
5
B
8
C
7.5
D
6.5
Slide 18 - Quiz
die Perücke
das Kostüm
die Maske
die Schminke
die Papierschlange
Slide 19 - Drag question
Slide 20 - Video
Op Weiberfastnacht werken de meeste mensen
A
wel
B
niet
Slide 21 - Quiz
Op Weiberfastnacht hebben de vrouwen de macht. Wat doen de vrouwen?
A
Ze kussen iedereen
B
Ze laten hun mannen thuis om alleen carnaval te vieren
C
Ze knippen bij de mannen de stropdas af
D
Ze kopen een schaar
Slide 22 - Quiz
Der Tag an dem die Umzüge stattfinden
Ein Synonym für Karneval
Eine Parade durch die Stadt
Die Zeit vor dem Fasten, in der die Menschen feiern
Der Rosenmontag
Der Umzug
Der Fasching
Der Fastnacht
Slide 23 - Drag question
Im Gegensatz zum wilden Karneval in Köln zeichnet sich der Wiener Fasching durch seinen stilvollen und gesitteten Charakter aus.
Slide 24 - Slide
Karneval Wien
Slide 25 - Slide
Karneval Wien
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Karneval
February 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Karneval
February 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Fasching
February 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Karneval
August 2023
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
Karneval
February 2023
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
Karneval / Fasching
February 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Karneval / Fasching
February 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Karneval
February 2023
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4