Start periode 3

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Agenda
  1. Afsluiten vorige periode: toets bespreken + leesboek inleveren
  2. Dictee
  3. Planning en start periode 3 

Op tafel: pen en papier

Slide 2 - Slide

Toets
Toets: 
Stijl aangeven, homoniemen, kenmerken formuleren
Frankenfood = neologisme, waarderend = oordeel/mening
Boekopdracht: begin nooit met IK, vergeet nooit het onderwerp van een mail (onderwerpregel)

Slide 3 - Slide

Dictee

Slide 4 - Slide

Dictee
Het bedrag waarop het masker in de eerste instantie getaxeerd werd, was 300.000 euro. Gabon maakte bezwaar tegen de verkoop van het masker, omdat het gemaakt is door de bevolking van Gabon. Dat argument werd ook verworpen door de rechter.
Tienduizenden Afrikaanse kunstwerken bevinden zich buiten het continent, waaronder in Frankrijk.

Slide 5 - Slide

Dictee
Het bedrag waarop het masker in de eerste instantie getaxeerd werd, was 300.000 euro. Gabon maakte bezwaar tegen de verkoop van het masker, omdat het gemaakt is door de bevolking van Gabon. Dat argument werd ook verworpen door de rechter.
Tienduizenden Afrikaanse kunstwerken bevinden zich buiten het continent, waaronder in Frankrijk.

Slide 6 - Slide

Planning periode 3
  • Hoofdstuk 19 t/m 22 KERN
  • Troublespeech aan de hand van een boek
  • Creatief schrijven (gastlessen 3x)
  • NUMO 45 min p/w

Slide 7 - Slide

Leerdoelen - H19 Overtuigen
- Ik weet hoe je kunt beïnvloeden en weet wat een betoog is 

- Ik kan standpunten en argumenten herkennen

- Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

Slide 8 - Slide

2

Slide 9 - Video

Op welke manieren kun je iemand beïnvloeden?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Agenda
  1. Terugblik gisteren
  2. Theorie H19 
  3. Aan de slag
  4. Morgen

Op tafel: KERN, pen en papier
Telefoon in zakkie, in je tas

Slide 12 - Slide

Terugblik gisteren
Schrijf op:
  1. Wat weet je nog? 
  2. Hoe kun je beïnvloeden? Noem minimaal 2 manieren.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen - H19 Overtuigen
- Ik weet hoe je kunt beïnvloeden en weet wat een betoog is 

- Ik kan standpunten en argumenten herkennen

- Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

Slide 14 - Slide

00:44
Waarom is het belangrijk voor influencers dat het zichtbaar is hoeveel volgers ze hebben?

Slide 15 - Open question

00:44
Op welke manier(en) probeert deze influencer je te beinvloeden?

Slide 16 - Open question

Beïnvloeden

Slide 17 - Slide

Overtuigen
Betoog

Standpunt
(mening, visie, stelling, claim): waar je de ander van wil overtuigen 

Argumenten: uitspraken die een mening/standpunt ondersteunen (omdat, want, aangezien, immers)

Een Netflix-abonnement is niks voor mij (stp), omdat het 10 euro per maand kost (argument) 

Slide 18 - Slide

Overtuigen
Een Netflix-abonnement is niks voor mij (stp), omdat het 10 euro per maand kost (argument) en ....

Verzin nog een argument...

timer
1:00

Slide 19 - Slide

Overtuigen
Tegenargument: een uitspraak die laat zien waarom een standpunt onjuist of minder aanvaardbaar is

Weerlegging: hiermee ontkracht je een argument. Je laat zien dat het argument onjuist of onaanvaardbaar is

Kun je je verzonnen argument van net weerleggen? 
timer
2:30

Slide 20 - Slide

Overtuigen
Feitelijke uitspraak: controleerbaar
De lucht die we inademen bestaat voor 78% uit stikstof en 20% uit zuurstof 

Waarderende uitspraak: een oordeel van wat goed, slecht, mooi of lelijk is

Slide 21 - Slide

Het wordt tijd dat er een nieuw kabinet komt.
De inflatie is met 14,5 procent nog nooit zo hoog geweest.
De ECB verhoogt de rente om de inflatie tegen te gaan.
Het prijsplafond op de energierekening dat de regering heeft voorgesteld is niet laag genoeg en komt bovendien te laat.
feitelijke uitspraak
feitelijke uitspraak
waarderende uitspraak
waarderende uitspraak

Slide 22 - Drag question

Overtuigen
Oplossen van een meningsverschil
- Akkoord gaan met een gemeenschappelijke oplossing, eventueel een nieuw standpunt;
- Compromis;
- Muntje opgooien.

Beslechten
- Derde partij

Slide 23 - Slide

Begrippen periode 3
betoog          redenatie                               mening         opinie


standpunt           stelling                         uitspraak          formulering

weerlegging             tegenspraak

(tegen)argument           reden

Slide 24 - Slide

Hulp?
KERN
Aantekeningen 
LessonUp
Docent

Klaar?
Begin alvast aan vraag 10 
Opdracht 
3a, 3b, 3c
5a, 5b, 5c
6a, 6b, 6c
We bespreken het zo samen
timer
15:00

Slide 25 - Slide

Hulp?
KERN
Aantekeningen 
LessonUp
Docent

Klaar?
NUMO 
Opdracht 
Vraag 10 
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Leerdoelen - H19 Overtuigen
- Ik weet hoe je kunt beïnvloeden en weet wat een betoog is 

- Ik kan standpunten en argumenten herkennen

- Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

Slide 27 - Slide