Jaar 1 - Unit 1 - Grammar

Present Simple
Tegenwoordige tijd
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Present Simple
Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Na de les van vandaag kan je...
- De Present Simple (tegenwoordige tijd) herkennen
- Zinnen maken met de Present Simple
- De 'SHIT' regel gebruiken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wanneer gebruik je de Present simple?

Slide 4 - Open question

Wanneer gebruik je de SHIT regel?

Slide 5 - Open question

Zinnen maken met de Present Simple

Slide 6 - Slide

Kies bij de volgende vragen de goede vorm van de present simple.

Slide 7 - Slide

Present simple
He ..... (to try)
A
try
B
tries
C
trys

Slide 8 - Quiz

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 9 - Quiz

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 10 - Quiz

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 11 - Quiz

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 12 - Quiz

Vul bij de volgende vragen de juiste vorm van de present simple in. 

Je vult alleen het missende werkwoord in, je hoeft dus niet de hele zin over te schrijven!

Slide 13 - Slide

(to kiss) present simple
Charlotte ..... her boyfriend.

Slide 14 - Open question

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 15 - Open question

Vragen maken in de Present Simple

Slide 16 - Slide

Maak de zin vragend
... (to be) you a fan of Taylor Swift?

Slide 17 - Open question

Maak de zin vragend
... (to be) she your best friend?

Slide 18 - Open question

Maak de zin vragend
... (to be) I older than you?

Slide 19 - Open question

Ontkennende zinnen in de Present Simple

Slide 20 - Slide

Vul de juiste vorm van to be in.
I ... (not) in love with her.
Let op de ontkennende vorm!

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van to be in.
We ... (not) in the same class.
Let op de ontkennende vorm!

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van to be in.
He ... (not) a great sportsman.
Let op de ontkennende vorm!

Slide 23 - Open question

Ik snap de present simple
A
helemaal
B
bijna, met de opdrachten moet het lukken
C
bijna, met een herhaling in de volgende les moet het lukken
D
Nee, help me!

Slide 24 - Quiz

Get to Work!
Unit 1 - 1.5 & woordtrainers

Slide 25 - Slide