Jodendom #1 - Theoretisch -

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat voor les wil je vandaag?

Ik wil minder werken en meer luisteren (theoretisch)

Ik wil minder luisteren en meer werken (praktisch)

Planning

Sociaal rondje

Uitleg P2

Woordspin

Filmpje + klassengesprek

Deze periode behandelen we het Jodendom.

Je krijgt 4 lessen over het Jodendom, met een aantal vragen, filmpjes en je gaat met elkaar in gesprek.
Elke les krijg je een aantal stofvragen (gemarkeerd met ;            )
 deze moet je beantwoorden in de les.
 Na de 4 lessen bundel je deze vragen en lever je ze in.

Deze periode sluit je af met een SO over de stofvragen (ong. 20 stuks). Je mag er ook voor kiezen een PO te doen.

Wat moet je dus doen?

-> In de les zijn
-> De vragen bijhouden
(er is ruimte voor nabespreken)
....en na 4 lessen inleveren
-> De SO maken over de vragen;
 of het PO op bijgeleverde
 datum inleveren.

Ik weet dat dit in Lessonup ook kan; maar we gaan even oldskool....!

Pak een papier, maak een grote cirkel en zet daarin in je duo alles wat jullie weten over het JODENDOM.

Welke symbolen horen bij het Jodendom? (sleep ze erin)

Joods

Niet-Joods

Via dit filmpje ga ik met de klas in gesprek.
Wat herken je uit het filmpje?
Scheppingsverhaal, zondeval, evolutie en schepping die door de maker worden gecombineerd.
Activering voorkennis. Geloof - wetenschap aanhalen. Het joodse mensbeeld komt hier al voorbij.

Stofvragen voor vandaag (kopiëren in tekstdocument en beantwoorden)

1) Wat is het godsbeeld in het jodendom?

Beschrijf het joodse godsbeeld door tenminste drie eigenschappen 
van deze God te benoemen.

2) Wat is het mensbeeld in het jodendom? Beschrijf twee kenmerken.

3) Wat is de kern van het jodendom? Beschrijf twee kenmerken.

4) Kijk naar de joodse manier van denken over de mens en de aarde. Hoe heeft deze onze manier van denken over mens, God en samenleving beïnvloed? Noem minstens 3 kenmerken.

Godsbeeld = Wat mensen over God denken. Hoe God volgens mensen is.
Wat is jouw godsbeeld? Denk aan het woord 'God' en typ de woorden in waar je dan aan moet denken.

Het idee erachter is dat het godsbeeld van leerlingen vaak (vaag) joods-christelijk is. Zo kun je dit koppelen aan het joodse godsbeeld en hoe dat het onze heeft beïnvloed.

* Monotheïsme
* Persoonlijke, betrokken God
* Verbonden aan Joodse volk

* Invloed jodendom op westers (Nederlandse) samenleving: taal, godsbeeld.

Kenmerkend voor jodendom: een intern én extern geloof. Vergelijking met christendom: meer intern betrokken.

Hier is wederom een link met het populaire mensbeeld in het westen.
Wat is datgene dat elk mens waardevol en kostbaar maakt? Ongeacht status, geld, aantrekkelijkheid, ras, prestatie? Datgene kunnen we niet benoemen; omdat het een religieuze oorsprong heeft. Datgene dat in het beeld van God gemaakt is.

Kun je overslaan; dit linkt met hetgene leerlingen hebben gezien in het filmpje.

Torah bespreek ik, de rest laat ik voor wat het is.

Eventueel overslaan.
Deze slide gaat niet alleen over het onderscheidende van monotheïsme. Maar ook over de invloed van monotheïsme op de westerse cultuur; en wat het ons ook vandaag de dag dus gebracht heeft.

Deze slides laat ik links liggen.

Stofvragen voor vandaag (kopiëren in tekstdocument en beantwoorden)

1) Wat is het godsbeeld in het jodendom?

Beschrijf het joodse godsbeeld door tenminste drie eigenschappen 
van deze God te benoemen.

2) Wat is het mensbeeld in het jodendom?

3) Wat staat centraal in het jodendom?

4) Kijk naar de joodse manier van denken over de mens en de aarde. Hoe heeft deze onze manier van denken over mens, God en samenleving beïnvloed? Noem minstens 3 kenmerken.

Joden gebruiken veel symbolen en voorwerpen om dingen die hen dierbaar zijn uit te beelden. Denk aan de kwastjes, mezoesa's of tempels uit de vorige les.
Moderne varianten hiervan zijn: tattoos, ingelijste foto's, vakantieprullaria. 

Huiswerkopdracht: Maak 2 of 3 foto's van spullen die jij bewaard om iets dat belangrijk voor je is te bewaren, herinneren, koesteren, enz. 
Neem deze foto's de volgende les mee. 
De docent of medeleerling mag hier een vraag over stellen.
Zorg er dus voor dat je daar comfortabel mee bent en niet iets meeneemt waarvan je niet wilt dat anderen het zien.