zelfredzaamheid en ondersteuningsvragen WP 2 + 3 periode 1.2

Werkprocessen 


K1-W2 + 
K1-W3
1 / 29
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Werkprocessen 


K1-W2 + 
K1-W3

Slide 1 - Slide

K1-W2 Adviseert en instrueert over preventie
Doel :
Je geeft vraaggericht advies t.b.v. het versterken van de eigen kracht en het behouden of vergroten van de zelfredzaamheid van de zorgvrager  

Eindopdracht:
  • Vul de zelfredzaamheidsmeter digitaal in
  • Maak een verslag over de zorgvrager waarin je de scores toelicht.
  • Beantwoord ook de volgende vragen: 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

K1-W3 
Draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager
Doelen:
  • Je draagt bij aan het inventariseren van de ondersteuningsvragen van de zorgvrager
  • Je spreek met de zorgvrager en zijn sociale netwerk over mogelijkheden, beperkingen en behoefte aan ondersteuning en bespreekt de wensen en verwachtingen

  • Eindopdracht
  • anamnese gesprek bijwonen + checklist (eventueel koppelen aan zelfredzaamheidsradar)

Slide 12 - Slide

Zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg. 
Door behoud en/of versterking van zelfredzaamheid kan zorg of intensivering van zorg worden voorkomen of uitgesteld.

Slide 13 - Slide

Wat kan jij als VZ IG doen om de
zelfredzaamheid te stimuleren?

Slide 14 - Mind map

Factoren die zelfredzaamheid beïnvloeden
  • risicobewustzijn
  • kennis en vaardigheden 
  • netwerk

Het vergroten van ten minste één van deze factoren leidt tot een grotere zelfredzaamheid.

Slide 15 - Slide

Zelfredzaamheid stimuleren
  1. De motivatie van de cliënt versterken
  2. De cliënt weer leren dingen zelf te doen (een stoma verzorgen, dingen zelf regelen) 
  3. De omgeving aanpassen (inzet van hulpmiddelen, aanpassen van de woning)

Slide 16 - Slide

Vragen die centraal staan bij de zelfredzaamheidsradar
  • Wat is de vraag van de patiënt?
  • Wat wil de patiënt bereiken?
  • Wat kan de patiënt zelf doen?
  • Wat kan de patiënt met hulp van zijn sociaal netwerk?
  • Wat kan de professional toevoegen?

Slide 17 - Slide

Anamnese is een ander woord voor:
A
onderzoek
B
uitslag
C
verzamelen van gegevens
D
geheugenverlies

Slide 18 - Quiz

Wie werkt er in zijn organisatie met de 4 levensdomeinen
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quiz

4 levensdomeinen
  1. het mentale welbevinden van de cliënt als persoon
  2. het lichamelijke gevoel van welbevinden en gezondheid
  3. daginvulling volgens eigen interesse en onderhouden van sociale contacten (participatie)
  4. de woon- en leefomstandigheden.

Slide 20 - Slide

Domein: lichamelijk welbevinden / gezondheid
De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en -bevordering, een schoon en verzorgd lichaam en smakelijke maaltijden, hapjes en drankjes. 
Dit stelt de norm voor verantwoorde zorg als je kijkt naar het domein Lichamelijk welbevinden.
Op het domein lichamelijk welbevinden zijn we in de zorg voor ouderen van oudsher goed thuis. Iedereen uit de veren, gewassen en gekleed, dit doel bepaalde lange tijd in ieder geval een groot deel van het ochtendprogramma in de ouderenzorg.

Slide 21 - Slide

Domein: mentaal welbevinden / autonomie
Mentaal welbevinden is nauw verbonden met de andere drie domeinen: participatie, wonen en lichamelijk welbevinden. 
Of je je mentaal goed voelt, lekker in je vel zit, heeft namelijk vaak te maken met de sociale omgeving of gebeurtenissen die een grote invloed hebben op je persoon.


Volgens de normen verantwoorde zorg mag de cliënt rekenen op respect voor en ondersteuning van de eigen identiteit en levensinvulling.

Slide 22 - Slide

Domein: participatie
Het leven binnen een zorginstelling kent zo zijn eigen programma en ritme. De kunst is om cliënten toch ruimte en ondersteuning te bieden zodat ze hun eigen leven, hun eigen activiteiten en sociale contacten kunnen voortzetten. 
In elk zorgleefplan is ruimte voor dit onderwerp. In het modelzorgleefplan van Actiz heet het Participatie. Onder dat kopje ga je op zoek naar behoeften en wensen van cliënten op het gebied van dagelijkse bezigheden en (belangrijke) contacten.

Slide 23 - Slide

Domein: woon en leefomstandigheden
Volgens de normen verantwoorde zorg mag de cliënt rekenen op woonruimte waarin hij of zij zich thuis kan voelen en veilig is. 
Hoe kunnen we samen met cliënten die wonen in het verpleeg- of verzorgingshuis hieraan werken? 
En in de thuiszorg: hoe zorgen we dat het huis van iemand die zorg nodig heeft, niet verandert in het domein van thuiszorgmedewerkers?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

De visie van Icare is om de zelfredzaamheid van de cliënten te versterken en te ondersteunen
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

een anamnese neem jij af bij een nieuwe zorgvrager
A
soms
B
waar
C
niet waar

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Link