betrekkelijke voornaamwoorden: die, dat en wat (soms nog wie)
die verwijst naar de-woorden of meervoudsvormen (de muziek die, de kinderen die)
dat verwijst naar het-woorden (het boek dat, het kind dat)
wat verwijst naar een hele zin (Morgen ga ik op vakantie, wat ik natuurlijk heerlijk vind.)