1.3 De invloed van de luchtdruk op het weer

De invloed van de luchtdruk op het weer
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De invloed van de luchtdruk op het weer

Slide 1 - Slide

Wat vind je lastig van 1.3?

Slide 2 - Mind map

Par. 2: Water in beweging
Deze les:
  • Wat vind je lastig van 1.3?
  • Herhaling paragraaf 1.2
  • Uitleg: Paragraaf 1.3:
      - Luchtdruk
      - Luchtdruk en het weer
      - Waterkringloop
  • Nakijken examentraining
  • Werken

Slide 3 - Slide

Plaatsen die op hoge breedte liggen liggen dicht bij de ....
A
evenaar
B
polen

Slide 4 - Quiz

Water warmt ... op en koelt ... af.
A
langzaam - snel
B
snel - langzaam
C
langzaam - langzaam
D
snel - snel

Slide 5 - Quiz

Een zeestroom die van lage breedte naar hoge breedte stroomt neemt ... zeewater mee.
A
warm
B
koud

Slide 6 - Quiz

Hogedrukgebied → Lucht daalt en wordt warmer.
Bewolking lost op → helder weer
Zomer: warmte
Winter: kou

Lagedrukgebied → Lucht stijgt en wordt kouder.
Waterdamp in de lucht gaat condenseren → wolken → er valt vaak
neerslag.

Slide 7 - Slide

Lucht stroomt van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied.
Hoe groter het verschil in luchtdruk tussen twee gebieden hoe sneller de lucht stroomt en hoe hoger de windsnelheid.
In gebieden waar de isobaren het dicht bij elkaar liggen is de windsnelheid het hoogst.
- Hogedrukgebied = Maximum
- Lagedrukgebied = Minimum = Depressie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De hoeveelheid water op aarde verandert.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

3 vormen van water:
  • Vloeibaar:
    Zee, rivier en regen. 
  • Gasvormig:
     Waterdamp = Onzichtbaar gas dat ontstaat als water verdampt. 
  • Vast:
    Sneeuw en Gletsjers = Grote ijspakketten in de bergen, die ontstaan door ophoping van sneeuw. 

Slide 11 - Slide

Korte kringloop
Neerslag valt meteen weer terug in de zee.
Lange kringloop
Neerslag valt op het land en komt via een omweg ( rivieren en grondwater) weer terug in de zee.
Waterkringloop
De voortdurende verplaatsing van water over de aarde.

De hoeveelheid water op aarde verandert niet!!! 

Slide 12 - Slide

De waterkringloop
Als de waterdamp afkoelt gaat hij condenseren. Er ontstaan wolken. Gasvormig water (waterdamp) wordt weer vloeibaar.
De kringloop van het water wordt aangedreven door de energie van de zon:
  • verdamping
  • ontstaan van wind
Het water verdampt door de warmte van de zon.
Vloeibaar water wordt waterdamp (onzichtbaar gas).

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vraag 3
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

Vraag 4
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quiz

3 Bekijk bron 2 en lees bron 3.
Welke windrichting hoort op de plaats van … X …?
A noordoosten
B noordwesten
C zuidoosten
D zuidwesten

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quiz

Par. 2: Water in beweging
Nu doen:
  • Uitleg vragen
  • nakijken opg. 1.2
  • par. 1.3 extra opdrachten en examentraining maken.
  • Maak van 1.3: 2d, 2e, 2f, 3b, 3c, 4, 5 en 6a t/m 6d.
  • Lees 1.4: Wat begrijp je niet?

Huiswerk:
  • Afmaken wat niet af is.
  • Leer par. 1.1 t/m 1.3

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide