1Ka en 1Kb w5 L1
1 / 55
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 55 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
1.Expressions
A.
B.
C.
D.
Slide 3 - Slide
1.Expressions
A. Je begint en eindigt een gesprek
B.
C.
D.
Slide 4 - Slide
1.Expressions
A. Je begint en eindigt een gesprek
B. Je reageert op nieuws
C.
D.
Slide 5 - Slide
1.Expressions
A. Je begint en eindigt een gesprek
B. Je reageert op nieuws
C. Je stelt jezelf en een ander voor
D.
Slide 6 - Slide
2.Spreken strategieën
1. Vocabulary
2. Grammar
3. Pronunciation
Slide 7 - Slide
2.Spreken strategieën
1. Vocabulary (Woordenschat)
2. Grammer
3. Pronunciation
Slide 8 - Slide
2.Spreken strategieën
1. Vocabulary (Woordenschat)
2. Grammar (Grammatica)
3. Pronunciation
Slide 9 - Slide
2.Spreken strategieën
1. Vocabulary (Woordenschat)
2. Grammar (Grammatica)
3. Pronunciation (Uitspraak)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
1.Expressions
A. Je begint en eindigt een gesprek
B. Je reageert op nieuws
C. Je stelt jezelf en een ander voor
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
Slide 12 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
1. Ik luister graag naar muziek. (NL)
Slide 13 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
1. Ik luister graag naar muziek. (NL)
1. I like listening to music. (En)
Slide 14 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
2. Ik hou van voetballen. (NL)
Slide 15 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
2. Ik hou van voetballen. (NL)
2. I love to play football. (En)
Slide 16 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
3. Ik ben gek op mijn hond. (NL)
Slide 17 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
3. Ik ben gek op mijn hond. (NL)
3. I am very found of my dog.(En)
Slide 18 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
4. Mijn favoriete film is Star Wars. (NL)
Slide 19 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
4. Mijn favoriete film is Star Wars. (NL)
4. My favourite film is Star Wars.(En)
Slide 20 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
5. Ik vind dat helemaal niet leuk. (NL)
Slide 21 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
5. Ik vind dat helemaal niet leuk. (NL)
5. I don't like that at all.(En)
Slide 22 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
6. Ik ben geen fan van spaghetti. (NL)
Slide 23 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
6. Ik ben geen fan van spaghetti. (NL)
6. I'm not a fan of spaghetti.(En)
Slide 24 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
7. Ik haat spinazie. (NL)
Slide 25 - Slide
D.Je zegt wat je (niet) leuk/lekker vindt.
7. Ik haat spinazie. (NL)
7. I hate spinach.(En)
Slide 26 - Slide
Leesstrategieën (1.4)
1. Kijk naar de titel.
2. Kijk naar de tussenkopjes.
3. Kijk naar de plaatjes.
Slide 27 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
He, She, It, Name
I
They, We, You
Slide 28 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
He, She, It, Name
Is
I
They, We, You
Slide 29 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
He, She, It, Name
Is
I
am
They, We, You
Slide 30 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
He, She, It, Name
Is
I
am
They, We, You
are
Slide 31 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
blij
Ik ben
happy
Jij bent
happy
Hij is
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 32 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
blij
Ik ben
I am
happy
Jij bent
happy
Hij is
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 33 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
blij
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
happy
Hij is
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 34 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
happy
Hij is
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 35 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 36 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 37 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 38 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 39 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 40 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 41 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 42 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
We are
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 43 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
We are
We're
happy
Jullie zijn
happy
Zij zijn
happy
Slide 44 - Slide
Grammar
to be (zijn
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
We are
We're
happy
Jullie zijn
You are
happy
Zij zijn
happy
Slide 45 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
We are
We're
happy
Jullie zijn
You are
You're
happy
Zij zijn
happy
Slide 46 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
We are
We're
happy
Jullie zijn
You are
You're
happy
Zij zijn
They are
happy
Slide 47 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
happy
Jij bent
You are
You're
happy
Hij is
He is
He's
happy
Zij is
She is
She's
happy
Het is
It is
It's
happy
Wij zijn
We are
We're
happy
Jullie zijn
You are
You're
happy
Zij zijn
They are
They're
happy
Slide 48 - Slide
Grammar
to be (zijn)
is,am,are
Lange vorm
Kort vorm
Ik ben
I am
I'm
not
happy
Jij bent
You are
You're
not
happy
Hij is
He is
He's
not
happy
Zij is
She is
She's
not
happy
Het is
It is
It's
not
happy
Wij zijn
We are
We're
not
happy
Jullie zijn
You are
You're
not
happy
Zij zijn
They are
They're
not
happy
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Opdrachten
1.3 maak de alle opdrachten af.
1.4 Maak de opdrachten 1 tot en met 7 af.Slide 51 - Slide
Lezen strategieën
1. Kijk naar de titel.
2. Kijk naar de tussenkopjes.
3. Kijk naar de plaatjes.
timer
15:00
Slide 52 - Slide
Slide 53 - Slide
Huiswerk
1.3 maak de alle opdrachten af.
1.4 Maak de opdrachten 1 tot en met 7 af.
