9 tekstvragen va r. 17

Argo T2 les 9 va r. 17
Argonautentocht  -  ΣΤΟΛΟΣ
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Argo T2 les 9 va r. 17
Argonautentocht  -  ΣΤΟΛΟΣ

Slide 1 - Slide

R. 18 αὐτῶν is een genitivus meervoud.
Welke functie heeft αὐτῶν?
A
bvb
B
BwB na een vz
C
Aanvulling bij een ww

Slide 2 - Quiz

r. 18 δι᾽
Welke letter hoort er eigenlijk te staan op de plaats van ᾽ achter δι?
A
α
B
ε
C
ο
D
η

Slide 3 - Quiz

In welke vorm staat ἀποχωροῦσιν (. 19)
A
3e ev ind prae
B
3e mv ind prae
C
dat ev m
D
dat mv m

Slide 4 - Quiz

In welke naamval, getal en geslacht staat
αἱ πέτραι (r.19)?
Noteer je antwoord als afkorting.

Slide 5 - Open question

Wat is het onderwerp bij
πέμπουσι (r.20)?
A
Οἱ ... Ἀργοναῦται
B
πρῶτον
C
πέλειαν
D
ingesloten (de Symplegaden)

Slide 6 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
τῶν Συμπληγάδων (r.21)?
A
gen - bvb
B
gen-BwB
C
nom - O
D
acc - BwB

Slide 7 - Quiz

τοῦ γέροντος (r.21) is een bvb.
Hoe kun je dit zien?
A
het staat in de genitivus
B
het congrueert
C
het staat tussen het lidw (τοὺς ) en zelfs. nw. (λόγους) in
D
het staat achter een voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
τοὺς ... λόγους (r. 21-22)?
A
acc ev - LV
B
gen ev - bv
C
acc mv - BwB
D
gen mv - aanv ww

Slide 9 - Quiz

In welke vorm staat Συγκροτοῦσι (. 22)
A
3e ev ind prae
B
3e mv ind prae
C
dat ev m
D
dat mv m

Slide 10 - Quiz

δ᾽ (r. 22): hoe noemen we een dergelijk woord dat altijd op de 2e plaats van de zin moet staan?

Slide 11 - Open question

In welke naamval, getal en geslacht staat
αἱ Συμπληγάδες (r.22)?
Noteer je antwoord als afkorting.

Slide 12 - Open question

Welke naamval en functie heeft
θάττων (r.23)?
A
gen mv - bvb
B
gen mv - aanv. ww.
C
nom ev - O
D
nom ev - ND

Slide 13 - Quiz

In de aantekeningen bij r. 23 staat dat μέρος τι een acc is. Welke functie heeft μέρος τι dan?
A
LV
B
BwB

Slide 14 - Quiz

Wat is het onderwerp bij
διαφθείρουσιν (r. 24)?
A
ingesloten (ἡ πέλεια r. 23)
B
ingesloten (αἱ Συμπληγάδες r. 22)
C
τοῦ ὀρροπυγίου (r.24)
D
αἱ πέτραι (r. 24)

Slide 15 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
τοῦ ὀρροπυγίου (r.23-24)?
A
gen ev - bvb
B
gen ev - aanv. ww.
C
nom ev - O
D
nom ev - ND

Slide 16 - Quiz

In welke naamval, getal en geslacht staat
οἱ ἥρωες (r.24)?
Noteer je antwoord als afkorting.

Slide 17 - Open question