Romeinen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat weet je nog van de vorige les?

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de jagers en verzamelaars leefden.

Meeschrijven

Je pakt je aantekeningenschrift en je schrijft tijdens de uitleg mee. 

De Romeinen  

Koningkrijk

Republiek

Keizerrijk 

Rome in het begin

Rome na 509 v.C.

Rome na 27 v.C.

Welk motief hadden Romeinen om oorlog te voeren

1. De meeste waren slaaf en moesten in het leger vechten
2. De soldaten haalden eer uit de gevechten en kregen een deel van de buit
3. De Romeinen zagen het als hun plicht om de wereld te onderwerpen
4. De soldaten kregen al hun wapens en uitrusting van de staat en konden dus gemakkelijker oorlog voeren

Wie waren de Carthagers?

1. Bondgenoot van de Romeinen tegen de Grieken
2. De rijke families in de samenleving
3. De best getrainde soldaten in het Romeinse leger
4. Vijand van de Romeinen in drie oorlogen

Het Romeinse rijk had gebieden in de werelddelen:

1. West-Europa
2. Noord-Afrika
3. Zuid-Amerika
4. Midden-Oosten

Wie stonden tijdens de burgeroorlogen tegenover elkaar?

1. De verschillende Romeinse steden
2. De legeraanvoerders en hun soldaten
3. De verschillende legeraanvoerders die elkaar bestreden
4. De senaat tegenover de bevolking

Waarom noemen we de tijd vanaf 27 v.C. de 'keizertijd'

Welk soort samenleving was er in het Romeinse Rijk?

1. Landbouwsamenleving
2. Stedelijke samenleving
3. Agrarische samenleving
4. Landbouwstedelijke samenleving

Hoe waren de sociale verschillen in de Romeinse samenleving

1. Er was een democratie dus iedereen had evenveel te zeggen
2. De Romeinse economische groei was voor iedereen merkbaar
3. De lagere sociale laag leefden allemaal in lemen hutjes
4. De rijke Romeinen vertegenwoordigden maar een klein deel van de samenleving

Aan het werk

De volgende opdrachten kun je maken aan de hand van je aantekeningen, je leerboek en je eigen inzicht. Je mag elkaar helpen, maar zorg ervoor dat je zachtjes praat. Je krijgt hiervoor 15 minuten.

Kom je er samen niet uit?

Volg dan de instructie op het plaatje hiernaast 

Schrijf drie dingen op die je vandaag geleerd hebt