TH5D week 50

Nederlands
10 december
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
10 december

Slide 1 - Slide

Programma
- Betoog van elkaar nakijken

- Categoriseren van feedbackonderwerpen

- Verbeteren van het betoog

Slide 2 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Lees elkaars betoog.
Schrijf feedback mee op een ander blaadje:
- inhoud (stelling, argumenten, documentatie gebruikt)
- formulering (werkwoorden, woordspelling, signaalwoorden, zinsopbouw, aantrekkelijk schrijven)
De feedback mag over alles gaan, je hoeft de rubric niet te gebruiken.

Slide 3 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Kijk naar de rubric. In welke catagorie valt de feedback die je hebt gekregen?

Waar kun je nog op verbeteren?

Slide 4 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Verbeter je betoog.

We gaan morgen het verbeterde betoog bekijken met de rubric.

Slide 5 - Slide

Nederlands
11 december

Slide 6 - Slide

Programma
- Betoog van elkaar nakijken

- Categoriseren van feedbackonderwerpen

- Verbeteren van het betoog

Slide 7 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Lees elkaars betoog.
Schrijf feedback mee op een ander blaadje:
- inhoud (stelling, argumenten, documentatie gebruikt)
- formulering (werkwoorden, woordspelling, signaalwoorden, zinsopbouw, aantrekkelijk schrijven)
De feedback mag over alles gaan.
Vul daarna je rubric in! Wat denk je dat ik over je betoog zeg?

Slide 8 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Verbeter je betoog.

Slide 9 - Slide

Nederlands
12 december

Slide 10 - Slide

Programma
- Wat is belangrijk voor het betoog in SE2? 

- Wat kunt je leren voor SE2?

- Oefenbetoog verbeteren

Slide 11 - Slide

Opbouw
Inleiding met stelling
- Besteed tijd aan je titel!
Middenstuk met argumentatie
- Minimaal twee argumenten voor
- Minimaal een argument tegen
- Weerlegging van het tegenargument
Afronding

Slide 12 - Slide

Voorbereiding
- Achtergronddocumentatie
- Markeer bruikbare passages en notities
- Maak een pro- en contralijst
- Verzin een goed begin en een passende afsluiting (niet al alle alinea's, maar enkele zinnen of steekwoorden)

Slide 13 - Slide

Titel
Betogend
Passend bij de inhoud
Niet: de stelling
De stijl van een krantenkop

Slide 14 - Slide

Inleiding
- Vragen
- Uitdagende openingszin
- Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
- Anekdote
- Persoonlijke ervaring
- Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
- Eindigen met je stelling

Slide 15 - Slide

Wat NIET in je inleiding?
- Argumenten
- Termen uit de theorie over het betoog (stelling, betoog)
- Algemene opmerkingen 'zoals ietdereen weet...'
- Beginnen met 'ik' doe je NOOIT

Slide 16 - Slide

Slot
- Herhaling van de stelling
- Conclusie
- Aanbeveling of advies
- Toekomstverwachting

Je mag ook een combinatie maken!
Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 17 - Slide

Samenhang in het middenstuk
- Logische alinea-indeling
- Laat het aansluiten op elkaar
- Alinea per argument
- Tegenargument plus weerlegging in een alinea
- Gebruik verbindingswoorden of verbindingszinnen

Slide 18 - Slide

Belangrijk!
- Hoofdletters en de andere interpunctie!
- Afwisseling in de zinsbouw, maar geen eindeloze zinnen
- Vermijd herhalingen van woorden, gebruik synoniemen
- Geen knip- en plakwerk met documentatie, gebruik het in je eigen woorden
- Citeer geen journalisten, je hebt alle artikelen "zelf geschreven"

Slide 19 - Slide

Inleveren bij SE2
Verplicht: argumentatieschema en leidraad

Optioneel: kladversie
Waarom? Eerst kladversie, daarna netversie en letten op je taalgebruik

Slide 20 - Slide

Wat kun je leren?
Theorienummers lezen blok 2:
- algemeen over schrijven: 32, 33, 34
- over het betoog: 35, 36, 37, 38 (extra uitleg volgende dia's)
- tekststructuren: 39

Slide 21 - Slide

Inleiding [36] 
- Functies van een inleiding
Belangstelling wekken, onderwerp introduceren, aankondigen hoe de tekst is opgebouwd, aanleiding noemen
- Pakkende inleiding schrijven
Directe vragen stellen, retorische vragen stellen, openingszin, constatering, anekdote, citaat
- Je werkt toe naar je stelling: nooit een vraag! Wees stellig, dus niet 'het zou zo kunnen zijn dat...' maar 'ik vind dat SE2 afgeschaft moet worden'

Slide 22 - Slide

Middenstuk [37]
Elk argument een eigen alinea. Het tegenargument en de weerlegging in een eigen alinea.

Deelonderwerpen in het middenstuk, gebruik signaalwoorden! Let op je kernzinnen: argumentatie is het belangrijkst, de rest van de alinea is toelichting en voorbeelden.

Tekststructuren voor het middenstuk: nummer [39]

Slide 23 - Slide

Slot [theorienummer 38]
Doel: tekst afronden.

1. samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
2. conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
3. aanbeveling (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
4. afweging (enerzijds... anderzijds, aan de ene kant, aan de andere kant)
5. oproep (activeren, het gaat om een toekomstverwachting)

Altijd een uitsmijter: opvallende en verrassende uitspraak

Slide 24 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Herschrijf je betoog. Lever de versie waar je feedback op wilt hebben mee.

Slide 25 - Slide