Betoog SE2

Nederlands
Betoog 
Alle belangrijke informatie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Betoog 
Alle belangrijke informatie

Slide 1 - Slide

Opbouw
Inleiding met stelling
- Besteed tijd aan je titel!
Middenstuk met argumentatie
- Minimaal twee argumenten voor
- Minimaal een argument tegen
- Weerlegging van het tegenargument
Afronding

Slide 2 - Slide

Voorbereiding
- Achtergronddocumentatie
- Markeer bruikbare passages en notities
- Maak een pro- en contralijst
- Verzin een goed begin en een passende afsluiting (niet al alle alinea's, maar enkele zinnen of steekwoorden)

Slide 3 - Slide

Titel
Betogend
Passend bij de inhoud
Niet: de stelling
De stijl van een krantenkop

Ondertitel!

Slide 4 - Slide

Inleiding
- Vragen
- Uitdagende openingszin
- Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
- Anekdote
- Persoonlijke ervaring
- Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
- Eindigen met je stelling

Slide 5 - Slide

Wat NIET in je inleiding?
- Argumenten
- Termen uit de theorie over het betoog (stelling, betoog)
- Algemene opmerkingen 'zoals ietdereen weet...'
- Beginnen met 'ik' doe je NOOIT

Slide 6 - Slide

Slot
- Herhaling van de stelling
- Conclusie
- Aanbeveling of advies
- Toekomstverwachting

Je mag ook een combinatie maken!
Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 7 - Slide

Samenhang in het middenstuk
- Logische alinea-indeling
- Laat het aansluiten op elkaar
- Alinea per argument
- Tegenargument plus weerlegging in een alinea
- Gebruik verbindingswoorden of verbindingszinnen

Slide 8 - Slide

Belangrijk!
- Hoofdletters en de andere interpunctie!
- Afwisseling in de zinsbouw, maar geen eindeloze zinnen
- Vermijd herhalingen van woorden, gebruik synoniemen
- Geen knip- en plakwerk met documentatie, gebruik het in je eigen woorden

Slide 9 - Slide

Inleiding 
- Functies van een inleiding
Belangstelling wekken, onderwerp introduceren, aankondigen hoe de tekst is opgebouwd, aanleiding noemen
- Pakkende inleiding schrijven
Directe vragen stellen, retorische vragen stellen, openingszin, constatering, anekdote, citaat
- Je werkt toe naar je stelling: nooit een vraag! Wees stellig, dus niet 'het zou zo kunnen zijn dat...' maar 'ik vind dat SE4 afgeschaft moet worden'

Slide 10 - Slide

Middenstuk 
Elk argument een eigen alinea. Het tegenargument en de weerlegging in een eigen alinea.

Deelonderwerpen in het middenstuk, gebruik signaalwoorden! Let op je kernzinnen: argumentatie is het belangrijkst, de rest van de alinea is toelichting en voorbeelden.

Tekststructuren voor het middenstuk

Slide 11 - Slide

Slot
Doel: tekst afronden.

1. samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
2. conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
3. aanbeveling (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
4. afweging (enerzijds... anderzijds, aan de ene kant, aan de andere kant)
5. oproep (activeren, het gaat om een toekomstverwachting)

Slide 12 - Slide