Hst. 9 verzekeren

Hst. 9 verzekeren
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hst. 9 verzekeren

Slide 1 - Slide

Wat is asymmetrische informatie?
A
Beide partijen hebben evenveel informatie
B
beide partijen hebben niet evenveel informatie
C
beide partijen hebben geen informatie
D
hebben beide partijen informatie?

Slide 2 - Quiz

Wat is averechtse selectie ?
A
als alleen de averechtse breisteken meetellen
B
als de slechte risico's de verzekering verlaten
C
Als de goede risico's de verzekering verlaten
D
als er wordt geselecteerd op foute voetballers

Slide 3 - Quiz

Wat betekent moral hazard?


A
na de overeenkomst gaat men zich slechter gedragen
B
na de overeenkomst gaat men zich beter gedragen
C
na de overeenkomst is er geen gedrag meer
D
na de overeenkomst komen er meer hazen

Slide 4 - Quiz

Wat is premiedifferentiatie ?
A
Mensen een premie berekenen die veel te hoog is
B
Mensen een premie berekenen niet bij hun risico past
C
Mensen een premie berekenen die anders dan anders is
D
Mensen een premie berekenen die bij hun risico past

Slide 5 - Quiz

Wat is een bonus-malus ladder?
A
Een ladder van korting en toeslag bij een reisverzekering
B
Een ladder van korting en toeslag bij een autoverzekering
C
Als de gemalen koffie in de bonus is bij AH
D
Een ladder van korting en toeslag bij een zorgverzekering

Slide 6 - Quiz

Wat is een eigen risico?
A
deel van de schade die je zelf moet betalen
B
deel van de schade die de verzekeraar betaalt
C
toeslag op de premie
D
eigen schuld-dikke- bult premie

Slide 7 - Quiz

Wat is solidariteit?
A
Voetbalhooligans helpen met het afbreken van het stadion
B
Het verstevigen van bruggen en viaducten
C
Wanneer de verzekeraar ook de schade van onverzekerden vergoedt
D
goede risico's betalen te veel en slecht risico's te weinig

Slide 8 - Quiz

Een risicoavers persoon zoekt zoveel mogelijk risico's op.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 10 - Quiz

Een risicoavers persoon zoekt zoveel mogelijk risico's op.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz