NU Ned 1F 2F Deel B Spreken en Gesprekken H5 5.6 Functioneringsgesprek
Functioneringsgesprek
1 / 26
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Functioneringsgesprek
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 5
Tweegesprekken
Slide 2 - Slide
Paragraaf
5.6 Functioneringsgesprek
Slide 3 - Slide
Onderwerp
Een functioneringsgesprek voeren
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
- Je kunt een functioneringsgesprek voeren
Slide 5 - Slide
functioneringsgesprek
Slide 6 - Slide
Functioneringsgesprek
Als je ergens werkt, word je af en toe uitgenodigd voor een functioneringsgesprek. Samen met je werkgever bespreek je hoe het gaat op je werk en je krijgt feedback over de manier waarop jij je werk doet.
Slide 7 - Slide
Doel
Slide 8 - Slide
Positieve en negatieve feedback
Bij positieve feedback gaat het over de dingen die jij goed doet.
Bij negatieve feedback gaat het over dingen die je anders of beter zou moeten doen. Ga jezelf dan niet meteen verdedigen, maar laat je leidinggevende uitpraten. Vraag uitleg, als je iets niet begrijpt.
Slide 9 - Slide
Inhoud gesprek
Je praat in een functioneringsgesprek over:
- de uitvoering van het werk
- de werkomstandigheden
- hoe de samenwerking met je collega's en leidinggevende is
- de mogelijkheden en verwachtingen voor de toekomst; hetzelfde of ander werk, cursussen of opleidingen, etc.
Slide 10 - Slide
Tips
- noteer van tevoren over welke onderwerpen jij wilt praten
- noteer van tevoren welke vragen je wilt stellen
- kom op tijd
- denk aan jouw non-verbale communicatie
- luister goed naar jouw leidinggevende
- geef eerlijke en volledige antwoorden
Slide 11 - Slide
Kort samengevat
In een functioneringsgesprek komt aan bod:
- de vraag naar werk
- het contact met collega's
- de wens of wensen
- de afspraak/afspraken
Slide 12 - Slide
Een functioneringsgesprek is een vorm van ....
A
formele feedback
B
informele feedback
Slide 13 - Quiz
Wat is een functioneringsgesprek?
A
Een collegiale kop koffie samen
B
of je mag blijven werken of niet
C
Hoe goed je je werk doet
D
Wat allemaal mis is aan jouw werkhouding
Slide 14 - Quiz
Wat is het doel van een functioneringsgesprek?
A
Beoordelingsgesprek
B
Aangeven wat je niet goed doet.
C
Bijpraten met je leidinggevende
D
Zorgen voor verbetering
Slide 15 - Quiz
Wordt er in een functioneringsgesprek ook een beoordeling gegeven?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
Wat bespreek je in een 'functioneringsgesprek'?
A
Hoe goed je je werk doet
B
De sfeer op het werk
C
De klachten over je collega's
D
hoe het kassasysteem werkt
Slide 17 - Quiz
Functioneringsgesprek gaat alleen over het bestaande functioneren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
1. Bij het functioneringsgesprek is er sprake van gelijkwaardigheid. 2 . Het functioneringsgesprek moet minimaal 2 keer per jaar plaatsvinden.
A
1 goed 2 goed
B
1 goed 2 fout
C
1 fout 2 goed
D
1 fout 2 fout
Slide 19 - Quiz
Wat is kenmerkend voor een functioneringsgesprek?
A
salaris word besproken
B
het is tweerichtings-verkeer
C
je wordt beoordeeld
D
arbeidsvoorwaarden worden besproken
Slide 20 - Quiz
Een functioneringsgesprek hoef je niet voor te bereiden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Hoe vaak heb je meestal een functioneringsgesprek?
A
Elke dag
B
Elke week
C
1 keer per jaar
D
1 keer per 10 jaar
Slide 22 - Quiz
Wat wordt er NIET besproken tijdens een functioneringsgesprek?
A
Een roddel over één van je collega's.
B
De samenwerking met je collega's.
C
De samenwerking met je leidinggevende.
D
De mogelijkheden en verwachtingen voor de toekomst.
Slide 23 - Quiz
Waarover kun je praten in een functioneringsgesprek?
A
Hoe je wordt behandeld door collega's
B
Hoe jouw baas met jou communiceert
C
Jouw ideeën over hoe het anders kan
D
Jouw salaris
Slide 24 - Quiz
Wanneer wordt er een functioneringsgesprek gehouden?
A
1 keer aan het einde van de week
B
Meestal 1 keer in het jaar in de maand augustus/ september
C
Meestal 1 keer in het jaar rond de maand juni/ juli