§5 Laag Nederland (TH)



§5 Laag Nederland
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



§5 Laag Nederland

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je weet wat veen is.
2. Je weet wat dijken en polders zijn.
3. Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van heeft gemaakt.
4. Je moet op een topografische kaart de kenmerken van Laag-Nederland aangeven.

Slide 2 - Slide

NAP

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Laag Nederland
  • Grote delen van Nederland liggen dus onder NAP.
  • Vaak onderspoeld.
  • Hierdoor ontstonden stranden en duinen.
  • Water kwam en sloeg gat. Hierdoor soort Waddenzee.
  • Soms veel water, soms weinig water (eb en vloed).
  • Klei op bodem --> moeras.
  • Plantenresten --> veen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Noorden
In Friesland en Groningen liep telkens het land onder water.

Daarom bouwden ze terpen.

Later ook dijken.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Polders
- Door de bouw van dijken rondom de terpen ontstonden polders.

 - Water wegpompen met molens / machines.

Slide 10 - Slide

Weektaak
  • Lezen §5

  • Beantwoorden leerdoelen

  • Maken opdr. §5

  • Oefenen topografie Nederland

--> Koppel rivieren/landstreken en eilanden aan bijvoorbeeld plekken. 
Bijv. De Maas stroomt door Maastricht en bovenlangs Den Bosch.

Slide 11 - Slide