H3 2.4 naamgeving moleculen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vier belangrijke afspraken

1. Ik zorg dat ik aan het begin van de les klaar ben om te beginnen

2. Ik ga verstandig met mijn telefoon en iPad om

3. Als de docent praat ben ik stil 

4. Tijdens practica let ik op mijn eigen veiligheid en die van anderen

naamgeving moleculen

Deze les

• Herhalen stof van § 1, 2 en 3 
• Uitleg over het eerste deel van §4
• Opdrachten in Lessonup
• Opdrachten uit het boek

Leerdoelen

1. Je stelt van een molecuulformule de chemische naam op
   
2. Je stelt van een chemische naam de molecuulformule op
3. Je kunt uitleggen wat de coëfficiënt is 
   

Kleine test (ken je de stof al?)

• Vraag eerst zelf beantwoorden
• Dan overleggen met buurman (misschien wil je je antwoord nog veranderen?) 
• We kijken samen hoe de antwoorden verdeeld zijn. Als het ongeveer 50%-50% is, gaan jullie elkaar overhalen en opnieuw stemmen. 
• Dan gaan we nog een keer naar de verdeling kijken. 

Welke regel van het deeltjesmodel geldt NIET voor een gas?

1. Elke stof bestaat uit moleculen
2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
3. Moleculen bewegen altijd
4. Moleculen trekken elkaar aan

Waterstofperoxide wordt bewaard in een bruin flesje. Tegen welk type ontleding wordt waterstofperoxide beschermd?

1. Thermolyse
2. Fotolyse
3. Elektrolyse
4. Het is geen ontleding

Wat gebeurt er op
deeltjesniveau als
water smelt bij het smeltpunt?

1. plaatje 1 wordt plaatje 2
2. plaatje 2 wordt plaatje 1
3. plaatje 2 wordt plaatje 3
4. plaatje 3 wordt plaatje 2

Een chocoladeletter weegt 180 gram. Daar zit 91300 milligram suiker in. Wat is het massapercentage suiker?

1. 197,2%
2. 50,7%
3. 0,507%
4. 507%

Roest heeft de formule
Leg uit of roest een oxide is.

Fe​2​​O​3​​

1. Nee, want het is niet verbrand
2. Nee, want er zitten 2 Fe in
3. Ja, want er zitten 3 O in
4. Ja, want er zit 1 ander soort atoom in.

Molecuulformule naar naam

H₂O: 2 H en 1 O

twee = di, mono =1 

Diwaterstofmono-oxide 

Mono alleen voor oxide gebruiken 

P₂O_{5: 2 P en 5 O}

_{2 = di, 5 = penta}

_{Difosforpentaoxide}

Ontleedbare stoffen

Ontleedbare stof met zuurstof --> oxide

PCl₅ 

Fosforpentachloride 

Naam naar molecuulformule

Distikstoftetraoxide 

Di = 2, tetra = 4 

stikstof = N, oxide = O

N₂O₄

Coëfficiënt

Geeft aan hoeveel moleculen er zijn:

3 moleculen water = 3 H₂O (l)

Geef de naam van

P​4​​S​7​​​​​

Wat is in dit voorbeeld de coëfficiënt?

5K​2​​O

Aan de slag

• Lezen p. 72 en 73 t/m coëfficiënten
  
• Maken opgaven 41, 42, 43, 45, 46, 47
• Afsluitende quiz

Leg uit in eigen woorden uit wat we bedoelen met 'de coëfficiënt'

Geef de chemische naam van NO

Geef de chemische naam van NO₂

1. distikstofoxide
2. monostikstofoxide
3. monostikstofdioxide
4. stikstofdioxide

Geef de chemische naam van N₂O

Is er nog iets onduidelijk na deze les? Zo ja, wat?

Welk onderdeel vond je het meest interessant?

TOT ZIENS