Meervoud in het Engels

Meervoud in het Engels
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meervoud in het Engels

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de meervoudsvormen in het Engels maken, inclusief de uitzonderingen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het maken van meervoud in het Engels?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is meervoud?
Meervoud betekent dat je meer dan één van iets hebt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige meervoudsvorming
De meeste Engelse woorden krijgen een -s aan het einde voor meervoud.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Bijvoorbeeld: cat - cats, dog - dogs, book - books.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitzonderingen
Er zijn enkele uitzonderingen op de -s regel.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 1
Woorden die eindigen op -ch, -sh, -s, -x of -z krijgen -es aan het einde voor meervoud.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Bijvoorbeeld: box - boxes, bus - buses, watch - watches.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 2
Sommige woorden veranderen van klinker voor meervoud.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Bijvoorbeeld: man - men, tooth - teeth, foot - feet.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen
Laten we oefenen met het maken van meervoudsvormen!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Je hebt geleerd hoe je meervoudsvormen in het Engels kunt maken, inclusief uitzonderingen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.