N2Mb_week 45_K1_D_Grammatik

Freitag, den 6. November 2020
Doel van de les:

  • je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken
  • je kunt het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd gebruiken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Freitag, den 6. November 2020
Doel van de les:

  • je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken
  • je kunt het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd gebruiken

Slide 1 - Slide

Grammatik
Het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord sein
Elke zin heeft een onderwerp, bijvoorbeeld:

ik          jij          hij       

Slide 2 - Slide

Hoe noem je deze woordsoort?

Slide 3 - Mind map

Persoonlijke voornaamwoorden
(Personalpronomen)
ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
wij = wir
zij = sie
u = Sie             ( => de beleefdheidsvorm!)

sein = onregelmatig
ik ben twaalf = ich bin zwölf

Slide 4 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
(Personalpronomen)
jij bent twaalf = du bist zwölf
Ben jij twaalf? = Bist du zwölf?



hij is = er ist
zij is = sie ist
het is = es ist

Slide 5 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
(Personalpronomen)
wij zijn = wir sind
jullie zijn = ihr seid

zij zijn cool = sie sind cool
u bent cool = Sie sind cool

Als 'Sie' u betekent, schrijf je het altijd met een hoofdletter! (=> de beleefdheidsvorm!)

Slide 6 - Slide

Hoe zeg je:
Ik ben Eva.

Slide 7 - Open question

Hoe vertaal je:
Wij zijn Bibi en Lola.

Slide 8 - Open question

Hoe vraag je:
Zijn jullie 13?

Slide 9 - Open question

Voor de volgende les...
  • kun je de persoonlijke voornaamwoorden gebruiken.
  • kun je het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.
  • zijn de opdrachten van D (online) gemaakt.
  • heb je SlimStampen D gemaakt.
  • lever je de spreekvaardigheid opdracht bij me in!


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Sprechen
Leerdoel:
  • je kunt de letters van het alfabet goed uitspreken
  • je kunt de klinkers goed uitspreken
  • zelfstandig aan de slag met
    opdracht 13 t/m 17 (online; onderdeel E)

Slide 13 - Slide