Grote Geschiedenis Quiz 2020 klas 2

HEBBEN RESPECT VOOR DE QUIZDEELNEMERS VAN 2020
1 / 51
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HEBBEN RESPECT VOOR DE QUIZDEELNEMERS VAN 2020

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

RONDE 1
Renaissance & Opstand

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vul het schema op de juiste manier in.
Monniken en Ridders
Steden en Staten
1000-1500
1500-1600
Oudheid
Vroege Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Ontstaan v/d eerste stedelijke gemeenschappen
Ontstaan en de verspreiding van de islam
Begin van staatsvorming en centralisatie
Begin van de Europese overzeese expansie

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Oudheid
Middeleeuwen
Renaissance
Sleep het kunstwerk naar de juiste periode.

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Welke uitdrukking past bij de Renaissance?
A
Carpe Diem
B
Ora et labora
C
Memento Mori
D
Bid en werk

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding. Van deze persoon wordt gezegd dat hij de renaissance naar Engeland heeft gebracht. Wie is deze persoon?
A
William Shakespeare
B
John Locke
C
Hendrik V
D
Mr Bean

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een humanist?
A
Iemand die tijdens de renaissance leefde
B
Iemand die mensen leest.
C
Geleerde die Griekse & Romeinse teksten bestudeerde
D
Een bioloog die mensen bestudeerd.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Met zijn 95 stellingen begon Luther de ...
A
Reformatie
B
De Opstand
C
De 80 jarige oorlog
D
renaissance

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor verspreidde de Reformatie snel over Europa?


A
bodes
B
nieuwe wegen
C
ontdekkingsreizigers
D
boekdrukkunst

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

In welke twee grote groepen raakte het christendom door de Reformatie verdeeld?


A
katholieken en luthersen
B
protestanten en gereformeerden
C
protestanten en katholieken
D
calvinisten en katholieken

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

In welke eeuw begint de Nederlandse Opstand?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse Opstand?
A
Centralisatie.
B
Kettervervolgingen.
C
Reformatie.
D
Armoede.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Noem een economische oorzaak van de Nederlandse Opstand
A
hoge werkeloosheid
B
hongersnood
C
kettervervolgingen
D
centralisatie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wie zou er waarschijnlijk eens zijn geweest met de Nederlandse opstand?
A
Luther
B
Calvijn

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de volgende namen en begrippen naar de juiste zinnen:
Wij willen zelf kiezen welke godsdienst we willen aanhangen.
Ik ben de baas van de Nederlanden. Mijn onderdanen moeten me gehoorzamen,  goedschiks of kwaadschiks.
We willen niet meer belastingen betalen
Ze hebben me tegen mijn eigen wil tot hun leider gekozen.
Ik zal die afvallige protestanten eens flink hard aanpakken
Filips II
Willem van Oranje
Alva
burgers
protestanten

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

RONDE 2
Ontdekking & verovering

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is de reconquista?
A
De verovering van Amerika op de Azteken
B
De herovering van Spanje op de islamitische Moren.
C
De verovering van Istanboel, zodat de specerijenhandel in handen kwam van de Portugezen
D
De vestiging van Europeanen in Amerika

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waarom ging Columbus juist in 1492 op reis naar Amerika?
A
Hij kreeg in dat jaar de juiste zeekaarten te pakken
B
Hij had in dat jaar genoeg bemanningsleden verzameld
C
Omdat de reconquista was voltooid konden de Spanjaarden tijd en geld vrijmaken voor de reis.
D
In 1492 werd ontdekt dat de aarde rond was

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke Europees land was het eerst met ontdekkingsreizen?
A
Spanje
B
Portugal
C
Italië
D
Nederland

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Met een verdrag tussen Spanje en Portugal in 1494 werd de wereld langs een denkbeeldige lijn van noord naar zuid in tweeën gedeeld. Ten westen van deze lijn mochten de Spanjaarden hun gang gaan, ten oosten ervan de Portugezen.
Hoe heet dit verdrag?
A
Verdrag van Tortillas
B
Verdrag van Tordesillas
C
Verdrag van Nachos
D
Verdrag van Zaragossa

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk gevolg van de ontdekkingsreizen was niet bedoeld?
A
Het stichten van plantages.
B
Het veroveren van nieuw land.
C
Het verspreiden van ziektes aan de Indianen.
D
De verspreiding van het Christendom.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wilden de Hollanders een Noordelijke route naar Indië (Azië) vinden?
A
Er was oorlog met Spanje en ze wilden zelf hun specerijen uit Azië halen.
B
De Hollanders wilden meer van de wereld zien.
C
Met ontdekkingsreizen kon veel geld verdient worden.
D
Ze wilden specerijen uit Azië halen om ze te verkopen aan Portugal.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke kapitein kwam vast te zitten op Nova Zembla?
A
Cornelis de Houtman
B
de Heren Zeventien
C
Willem Barentsz
D
Rembrandt van Rhijn

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang is Nederland actief geweest in de trans-Atlantische slavenhandel?
A
We hebben nooit meegedaan aan de slavenhandel
B
ongeveer 50 jaar
C
ongeveer 200 jaar
D
ongeveer 500 jaar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wie veroorzaakte onbedoeld dat Afrikanen voor slavenarbeid in Latijns Amerika werden ingezet?
A
Christobal Columbus
B
Amerigo Vespucci
C
Bartolomé de Las Casas
D
Marco Polo

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

RONDE 3
17e eeuw

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke koning stond bekend als 'de zonnekoning'
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XVI
C
Karel II
D
Lodewijk XIII

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat was de functie/titel van Filips II?
A
Koning van Spanje en de Nederlanden
B
Stadhouder van Nederland
C
Koning van Nederland en België
D
Stadhouder van Spanje

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werd de Republiek bestuurd?
A
Door een regent
B
Door een raadspensionaris
C
Door een stadhouder
D
Door de Staten-Generaal

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wie is de persoon op de afbeelding?
A
Rembrandt van Rijn
B
Willem van Oranje
C
Hugo de Groot
D
Michiel de Ruyter

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer vond het rampjaar plaats voor de Republiek der Nederlanden?
A
1662
B
1672
C
1676
D
1685

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heette de man die ontsnapte in een boekenkist uit slot Loevestein
A
Dirk de Graeff
B
Hugo de Groot
C
Jan van Oldenbarneveld
D
Cornelis de Graeff

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Iedereen moet vrij op zee kunnen varen.
Wie zei de zee is niet het bezit van staten?
A
Johan de Witt
B
Willem III
C
Michiel de Ruyter
D
Hugo de Groot

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Is een bron van J.P. Coen bruikbaar voor een onderzoek naar de VOC of WIC?
A
WIC
B
VOC

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft het slingeruurwerk uitgevonden?
A
Antoni van Leeuwenhoek
B
Hugo de Groot
C
Christiaan Huygens
D
René Descartes

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat stelde Newton vast?
A
Alle voorwerpen oefenen afzettingskracht uit op elkaar
B
Natuurwetten gelden niet altijd
C
Alle voorwerpen oefenen aantrekkingskracht uit op elkaar
D
De wetenschappelijke manier van denken.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wie hoort niet in het rijtje thuis?
A
Huygens
B
Van Leeuwenhoek
C
Steen
D
Spinoza

Slide 37 - Quiz

Steen is schilder de overigen zijn wetenschappers
RONDE 4
18e eeuw

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jou de beste omschrijving van de Verlichting?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de verlichting?

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Voltaire
A
Encyclopédie
B
God als klokkenmaker
C
Abolitionisme

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wie hoort bij Trias politica
A
Robespierre
B
Voltaire
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Maak de juiste combinaties: 
No taxation without representation
Founding Fathers
"...All men are created equal"
Abolitionisme
gelijkheid
afschaffen van de slavernij
Grondleggers van de Verenigde Staten
Geen belasting zonder vertegenwoordiging

Slide 42 - Drag question

This item has no instructions

The Fourth of July (4 juli) is in de Verenigde Staten een nationale feestdag. Wat vieren of herdenken de Amerikanen op die dag?
A
De VS kregen een democratische grondwet
B
De VS hadden de onafhankelijkheidsoorlog tegen Engeland gewonnen
C
De 13 kolonies ondertekenden de onafhankelijkheidsverklaring
D
De Britten verlieten Amerika.

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Op welke datum herdenkt Frankrijk jaarlijks de Franse revolutie?
A
14 juli
B
27 april
C
4 januari
D
9 november

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Waar werd Napoleon definitief verslagen?
A
Moskou
B
Leipzig
C
Elba
D
Waterloo

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Keti Koti is ...
A
Dat wij vieren dat de slavenhandel is afgeschaft
B
Dat wij vieren dat de slavenhandel is ingevoerd
C
Dat wij vieren dat de slavernij is afgeschaft
D
Dat wij vieren dat de slavernij is ingevoerd

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Op 1 juli 1863 werd de slavernij in Nederland afgeschaft, maar welk jaartal hanteren de tot slaaf gemaakten ?
A
1863, want toen was de slavernij officieel afgeschaft.
B
1873, want de tot slaaf gemaakte mensen moesten nog 10 jaar op de plantages blijven werken.
C
1865, want er toen was de burgeroorlog voorbij en werden de tot slaaf gemaakte mensen bevrijd

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

RONDE 5
19e eeuw

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Overgang van het maken van producten met de hand naar het maken van producten met machines.
A
Liefdadigheid
B
Industrialisatie
C
Sociale Kwestie
D
Vakbond

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Liberalisme
Radicaal socialisme
Gematigd socialisme
Confessionalisme
Sociale kwestie vanuit geloof oplossen
Karl Marx
Overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien
De sociale kwestie zal zichzelf oplossen
Fabrieken moeten van de overheid zijn
Er moet een revolutie komen
Overheid moest sociale wetten maken
Vakbond
Overheid heeft plicht om voor burgers te zorgen

Slide 50 - Drag question

This item has no instructions

Wie is wie?
Schrijver grondwet 1848
Willem II
Thorbecke
Jacobs
In 1 nacht van conservatief naar liberaal
Kuyper
Troelstra
Richtte 1ste  politieke partij op in NL
Eerste vrouwelijke huisarts
Parlementaire socialist

Slide 51 - Drag question

This item has no instructions