Dialoog, onw hoofdg

Dialoog
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dialoog

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lezen. 

Slide 2 - Slide

-Op welke bladzijde ben je? 
-Schrijf een korte samenvatting over wat je hebt gelezen. 

Slide 3 - Slide

Programma
-Lezen
-Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst.
-Huiswerk nakijken
-Voorlezen
-Gimkit




Slide 4 - Slide

Na de les...
  • heb ik gelezen in mijn boek. 
  • weet ik hoe ik een onderwerp en hoofdgedachte van een tekst bepaal. 
  • weet ik meer over plastic.
  • is er voorgelezen uit Spinder.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdrachten
Nieuw Nederlands
Opdracht 1: bladzijde 16
Opdracht 2: bladzijde 17
3,4,8,9,11.
Opdracht 3: bladzijde 18
Opdracht 4: bladzijde 19 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Programma
-Lezen
-Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst.
-Ik weet weer meer over plastic. 




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Opdracht
Opdracht 1,2,3. Bladzijde 16, 17, 18.

Slide 13 - Slide

Monoloog en Dialoog
Monoloog is een samenstelling van de Griekse woorden μόνος (monos) 'alleen' en λόγος (logos, woord, taal, rede ) 'woord'.


Dialoog is een samenstelling van de Griekse woorden διά- (dia, door) en λόγος (logos, woord, taal, rede) 'woord'. 

Slide 14 - Slide

Dialoog
Schrijf met een klasgenoot een dialoog. 
Neem een gesprek uit je boek 'Spinder' als basis. Bijvoorbeeld tussen Spinder en Jeppe. 

rol 1 heeft minimaal 5 zinnen om te zeggen. 
rol 2 heeft minimaal 5 zinnen om te zeggen.
Je mag zinnen uit het boek gebruiken, maar je mag ze ook zelf verzinnen.   De zinnen moeten logisch zijn. Het moet een mooie dialoog zijn. 
Schrijf de zinnen op en zorg dat je ze goed kan lezen. 

Slide 15 - Slide

Stappen voor het schrijven van een dialoog:
Ken je personages:
Zorg dat je duidelijk weet wie er spreekt en wat hun karakter is. Dit helpt om hun toon en woordkeuze geloofwaardig te maken.

Bepaal het doel van de dialoog:
Door de dialoog laat je zien wat voor soort boek je aan het lezen bent. 

Wees realistisch:
Dialoog moet natuurlijk klinken, alsof de mensen echt praten.

Wees beknopt:
Goede dialogen zijn vaak kort en to the point. Vermijd lange monologen tenzij dat typerend is voor het personage.







Slide 16 - Slide

Structuur van een dialoog.
Voorbeeld:

Personage A: "Waarom was je gisteren niet op het feest?"
Personage B: "Ik had andere dingen te doen."
Personage A: "Andere dingen? Zoals wat?"
Personage B: "Het maakt niet uit. Laat het maar." 
Personage A (boos): "Nee, wacht! Je weet hoe belangrijk het voor me was!"

Slide 17 - Slide

VOORBEELD:
Delano: Pas op Luus, er vliegt een milkshake op je af!!!
Luus: Een Milkshake? Hoe kan dat?
Delano: Duiken! Daar vliegen drie hamburgerdrones!
Luus: Hamburgerdrones?
Delano: Oeps, het zijn vleesmessen!
Luus: Wie verzint dit? Wie wil ons dood hebben?
Delano: Mond dicht! Ga schuilen onder de tafel!!!
Luus: We komen hier nooit meer weg! We gaan dood!
Delano: Ze laten ons heus niet dood gaan. Onze ouders hebben ons hier naartoe gestuurd, we dachten dat het een leuk weekend zou worden, maar het lijkt wel of ze ons een lesje willen leren.
Luus: Pas op! Een mes!

Slide 18 - Slide

Opdracht 2: 
Zoek een passage in je boek, waar de sfeer van het boek tot uiting komt.
Schrijf op wie de hoofdpersonen zijn in deze passage.
Verzin een gesprek tussen twee van de hoofdpersonen. Uit dit gesprek kan iemand die het boek niet kent, toch ontdekken waar dit boek over gaat. 
Maak mooie, goede zinnen. Denk om de hoofdletters en interpunctie. Gebruik minimaal 100 woorden.
Draag je gesprek (samen met iemand anders) voor.
Je mag de tekst meteen op je site zetten.




VOORBEELD:


Delano: Pas op Luus, er vliegt een milkshake op je af!!!
Luus: Een Milkshake? Hoe kan dat?
Delano: Duiken! Daar vliegen drie hamburgerdrones!
Luus: Hamburgerdrones?
Delano: Oeps, het zijn vleesmessen!
Luus: Wie verzint dit? Wie wil ons dood hebben?
Delano: Mond dicht! Ga schuilen onder de tafel!!!
Luus: We komen hier nooit meer weg! We gaan dood!
Delano: Ze laten ons heus niet dood gaan. Onze ouders hebben ons hier naartoe gestuurd, we dachten dat het een leuk weekend zou worden, maar het lijkt wel of ze ons een lesje willen leren.
Luus: Pas op! Een mes!

Slide 19 - Slide

Opdracht: Oefen het presenteren van jullie dialoog.
Tip 1: Schrijf in je eigen handschrift je eigen rol op. 
Tip 2: Lees je eigen rol goed door. 
Tip 3: Spreek duidelijk en intoneer goed. Oftewel, zorg ervoor dat het voor de luisteraar prettig is om naar je te luisteren. 
Tip 4: Je mag je blaadje erbij houden, maar zorg ook dat je contact hebt met je medespeler en de klas. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Lesdoel
-Ik kan een dialoog schrijven en voordragen. 
-Ik begrijp de woorden monoloog en dialoog.

Slide 22 - Slide