Opdracht: Schrijf een dialoog
1. Je schrijft de dialoog met degene die naast je zit.
2. Verdeel de rollen en schrijf mee aan elkaars tekst.
3. Zorg dat de zinnen logisch op elkaar volgen.
4. Persoon A heeft 8 zinnen, persoon B heeft ook 8 zinnen.
5.Schrijf je eigen tekst op een blad.