H1L5 - 1HVD - 1.3 Lezen - herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom 1HVD : )

Planning van dit uur

• Tien minuten stillezen (leesboek of geprinte tekst)
• Mededeling dyslexiescreening donderdag
• Praten over fictie en non-fictie
• Huiswerk bespreken: opdracht 8, 9 en 11 t/m 13 van 1.3 Lezen 
• Herhaling uitleg 
• Zelfstandig werken: opdracht 16 t/m 21 + 23 van 1.3 Lezen (lezen in je boek, opdrachten online) 

Aan het einde van deze les

• weet je wat een onderwerp en een deelonderwerp is; 
• weet je wat alinea's zijn en weet je hoe je een alinea  herkent. 

Nederlands

Aankomende toetsen en opdrachten:

• SO Grammatica (week 41)
• Leestijdlijn inleveren (week 43)

023310

Code Talent

Fictie en non-fictie

 Hoe?

1. Lees de titel en de tussenkopjes
2. Lees de eerste en de laatste alinea
3. Lees de woorden die vet- of schuingedrukt zijn
4. Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes
5. Kijk wat de bron is

 

          

Hoe? 

Met aandacht lezen, zin voor zin.

Twee manieren van lezen: 

1.  Verkennend lezen                  2. Nauwkeurig lezen                                               

Onderwerp

Waar de tekst over gaat in één of een paar woorden

Hoe kom je achter het onderwerp? 

Kijk naar:

• Titel 
• Eerste alinea
  
• Dikgedrukte of schuine woorden
  
• Afbeeldingen
  
• Tekst bij afbeeldingen
• Stel jezelf de vraag: waar gaat deze tekst over? 
  
• Schrijf het onderwerp in een woord of een paar woorden op

Voorbeeld van een onderwerp: de nieuwe school. 

Deelonderwerp

Waar een deel van de tekst over gaat

Een deel van het onderwerp

Voorbeeld van deelonderwerpen: de nieuwe klas, de nieuwe mentor, de eerste lessen.

Onderwerp

Leeuwen

Wat kunnen deelonderwerpen zijn? 

Onderwerp

Hockey

Wat kunnen deelonderwerpen zijn? 

Onderwerp

Klimaatverandering

Wat kunnen deelonderwerpen zijn? 

Wat vind jij fijner om te lezen?

1. Eén lange tekst
2. Een lange tekst die is opgedeeld in korte stukjes

Waarom vind je dat fijner?

Wat is ook alweer een alinea?

1. Een gehele tekst
2. Een kort stukje van een tekst
3. Een zin die los staat
4. Een of twee zinnen

Alinea

• Een lange tekst bestaat uit kortere stukjes tekst

• Die kortere stukjes heten: alinea's 

• Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel

• De eerste regel springt soms in

Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel

1. Waar
2. Niet waar

De laatste zin van een alinea loopt altijd helemaal door tot het einde van de regel.

1. Waar
2. Niet waar

Soms staat er een witregel tussen twee alinea's.

1. Waar
2. Niet waar

Uit hoeveel alinea's bestaat dit artikel? 

}

Tekst

Alinea

Alinea

Alinea

Alinea