Wat is maatschappijleer & Jongeren BB
1 / 22
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is een goed voorbeeld van samenleven in het klein?
A
De maatschappij.
B
Sociale media.
C
Het gezin.
D
Nederland.
Slide 2 - Quiz
Peter rijdt in een auto. Een voetganger wil oversteken bij een zebrapad. Peter stopt niet.
Wat is juist?
Wat is juist?
A
Peter overtreedt een wet.
B
Peter overtreedt een gedragsregel.
C
Peter overtreedt geen regels.
D
Peter houdt rekening met anderen.
Slide 3 - Quiz
Welke groep heeft het meeste belang bij nieuwe snelwegen in de Randstad?
A
Alle Nederlanders.
B
Nederlanders met een auto.
C
De NS.
D
De overheid.
Slide 4 - Quiz
De waarde ……….. past het beste bij uitgaan.
Welk woord is weggelaten?
A
betrouwbaarheid
B
gezondheid
C
eerlijkheid
D
ontspanning
Slide 5 - Quiz
Als iemand de mogelijkheid heeft om jouw gedrag te beïnvloeden dan heeft diegene:
A
botsende belangen
B
dezelfde belangen
C
macht
D
waarden
Slide 6 - Quiz
Het verschil tussen een persoonlijk en een maatschappelijk probleem is dat de overheid zich:
A
niet met persoonlijke problemen bemoeit.
B
niet met maatschappelijke problemen bemoeit.
Slide 7 - Quiz
Over de opstelling van het Nederlands elftal zijn veel verschillende meningen. De opstelling is dus een maatschappelijk probleem.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Voor een goede mening heb je goede ………………. nodig.
A
argumenten
B
ideeën
C
problemen
D
belangen
Slide 9 - Quiz
Wat is het beste argument? ”Roken is slecht voor je, omdat …:
A
oude mensen er door overlijden."
B
het steeds duurder wordt."
C
het niet meer cool is."
D
je er longkanker van kan krijgen."
Slide 10 - Quiz
Als iemand agressief is, dan is dat altijd aangeboren.
Deze uitspraak is:
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Op welke manier
heeft dit jochie gedrag aangeleerd?
heeft dit jochie gedrag aangeleerd?
A
Informatie
B
Experimenteren
C
Ervaringen
D
Imitatie
Slide 12 - Quiz
Iemand leert een taal door de uitspraak van anderen goed na te doen.
Hoe vindt socialisatie hier plaats?
A
Informatie
B
Ervaringen
C
Experimenteren
D
Imitatie
Slide 13 - Quiz
Samira geeft elke dag geld aan een dakloze. Dat is een islamitisch gebruik.
Waar gebeurt socialisatie hier?
A
Het gezin
B
De school
C
Het geloof
D
De media
Slide 14 - Quiz
Wat is een goed voorbeeld van een rolpatroon?
A
Een bankdirecteur op de fiets.
B
Een vrouwelijke stratenmaker.
C
Een leraar die veel spelfouten maakt.
D
Een strenge politieagent.
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een gendernorm?
A
Een volwassen man die huilt.
B
Een meisje dat van roze kleding houdt.
C
Een jongen in een jurk.
D
Een vrouwelijke vrachtwagenchauffeur.
Slide 16 - Quiz
Wat is een subcultuur?
A
De cultuur van een kleine groep mensen.
B
De cultuur van een grote groep mensen.
C
De cultuur van jongeren.
D
De cultuur van volwassenen.
Slide 17 - Quiz
Mensen die Kerst vieren behoren in Nederland tot:
A
de dominante cultuur.
B
een subcultuur.
Slide 18 - Quiz
Mensen die carnaval vieren behoren in Nederland tot:
A
de dominante cultuur.
B
een subcultuur.
Slide 19 - Quiz
Wat is tolerantie?
A
Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt.
B
De normen en waarden van anderen accepteren.
C
Je aan de wetten houden.
D
Mensen in hokjes plaatsen.
