Periode 3 - Les 2 - Bouw en werking van het zenuwstelsel

Bouw en werking van het  zenuwstelsel

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bouw en werking van het  zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Deze les
In deze les leer je over de volgende onderwerpen:

Bouw van een zenuwcel
Soorten zenuwcellen
Impulsoverdracht

Indeling van het zenuwstelsel
-De anatomische indeling
-De fysiologische indeling

Slide 2 - Slide

Terugblik zelfstudie
Zijn er vragen ten aanzien van de introductie op het zenuwstelsel?

Slide 3 - Slide

Zenuwcellen

Slide 4 - Slide

Zenuwcel (neuron)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Drie type neuronen
De motorische zenuwcel
De sensorisch zenuwcel
Schakelcel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Impulsoverdracht 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Er zijn twee groepen cellen in het zenuwstelsel: zenuwcellen (neuronen) en steuncellen.
Neuronen
Steuncellen
kunnen de prikkels ontvangen en overdragen.
zorgen voor voeding en isolatie van de neuronen.

Slide 11 - Drag question

Neuronen worden naar functie ingedeeld in drie groepen
Sensibele neuronen
Motorische neuronen
Schakelcellen
gevoelszenuwcellen
bewegingszenuwcellen
verbindingscellen

Slide 12 - Drag question

Indeling van het zenuwstelsel
De anatomische indeling
De fysiologische indeling

Slide 13 - Slide

Anatomische en fysiologische indeling 
Anatomische indeling: naar de bouw. We onderscheiden het centrale en het perifere zenuwstelsel.

Fysiologische indeling: naar de functie. Deze verdeling is uitgebreider dan de anatomische indeling.

Slide 14 - Slide

De anatomische indeling

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Bouw van de hersenen

Slide 18 - Slide

Bouw van de grote hersenen
De buitenste laag van de grote hersenen heet de 
hersenschors (cortex cerebri). Deze bestaat uit 
cellichamen van neuronen en heeft daardoor een 
grijze kleur (grijze stof). De binnenzijde van de 
grote hersenen bestaat uit uitlopers van neuronen,
omgeven door myeline. Deze heeft daardoor een 
witte kleur (witte stof).

Binnenzijde
Binnen in de witte stof van de grote hersenen liggen holtes. Dat zijn de hersenventrikels met hersenvloeistof (liquor cerebrospinalis).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Functie grote hersenen
De grote hersenen (cerebrum) hebben een regiefunctie. Voor de functies zien, horen en voelen is er een primair en een secundair schorsgebied. Wanneer prikkels aankomen in het primaire gebied, word je je bewust dat je iets ziet, hoort of voelt. De prikkels worden ook doorgegeven aan de secundaire schors. Daar geef je betekenis aan wat je precies ziet, hoort of voelt.

Voorbeeld: baby waar alleen primaire schors functioneert.
Voorbeeld: Blind > primaire schors beschadigd. CVA > secundaire schors beschadigd.

Slide 21 - Slide

Schorsgebieden en hun functie
Pas als een sensibele prikkel in de hersenschors aankomt, ben je je ervan bewust dat je iets voelt. Een prikkel voor bewegen (motoriek) ontstaat in de motorische schors. De linkerhersenhelft bedient de rechterlichaamshelft en andersom.
 

In de hersenschors liggen ook centra voor cognitieve 
functies, zoals taal, rekenen, oriëntatie, ruimtelijk inzicht 
en geheugen. De taalcentra liggen in de linkerhersenhelft. 
Bij de linkerhersenhelft horen kwaliteiten als analytisch, 
doelgericht, rationeel. Bij de rechterhersenhelft horen 
kwaliteiten als intuïtief, creatief, ruimtelijk, bewust van 
de omgeving.

Slide 22 - Slide

Hersenstam en tussenhersenen
De hersenstam en de tussenhersenen hebben een verbindingsfunctie. Alle vezels van en naar de grote hersenen lopen daar doorheen.

In de hersenstam liggen centra voor vitale functies zoals het ademhalingscentrum, bloeddrukcentrum, temperatuurcentrum.
In de tussenhersenen ligt de thalamus > volumeknop voor pijnprikkels.
In de tussenhersenen ligt ook de hypothalamus >  zorgt voor afstemming tussen het (vegetatieve) zenuwstelsel en het hormoonstelsel. Daarnaast is de hypothalamus onderdeel van het limbisch systeem en betrokken bij emotie, motivatie, honger en dorst.


Slide 23 - Slide

Kleine hersenen (cerebellum)
De kleine hersenen (cerebellum) zorgen voor coördinatie van bewegingen en evenwicht. Daarvoor is sensibele informatie uit spieren en gewrichten, ogen en het evenwichtsorgaan nodig.


Bloedvoorziening
Elke hersenhelft krijgt bloed via drie hersenslagaders: de voorste, 
middelste en achterste hersenslagader. Elke hersenslagader 
verzorgt een deel van de hersenschors. De middelste 
hersenslagader verzorgt het grootste deel, waaronder de motorische
en sensibele schors en de taalcentra. De hersenslagaders krijgen vooral bloed uit de halsslagaders (carotis).


Slide 24 - Slide

Zelfstudie
Learnbeat studieplanner

Slide 25 - Slide

Extra (dementievraag)

Slide 26 - Slide

Dementie
Dementie zorgt ervoor dat delen van de hersenen niet meer met elkaar in verbinding staan. De hersencellen (neuronen) kunnen niet meer met elkaar ‘praten’. Later sterven er ook hersencellen af. Die komen niet meer terug.

Slide 27 - Slide