H8Les1: Statistische data

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

Introduction

Zelfstudiepakket 1/9: herhaling van het soort variabelen en de frequentietabel.

Les 1: Soorten data en frequentietabel

Doelstellingen:

• Ik onderscheid de verschillende soorten gegevens: numeriek, categorisch geordend en categorisch niet-geordend.
• Ik stel gegevens voor in een frequentietabel.
• Ik interpreteer gegevens in een frequentietabel.
• Ik kan de volgende begrippen omschrijven in eigen woorden: variabele, numeriek,  categorisch geordend, categorisch niet-geordend, frequentietabel, absolute frequentie en relatieve frequentie.

Je hebt in de eerste graad ook statistiek gehad.
Wat weet je hier nog van?

Deel 1: Soorten data

Doelstellingen:

• Ik onderscheid de verschillende soorten gegevens: numeriek, categorisch geordend en categorisch niet-geordend.
• Ik kan de volgende begrippen omschrijven in eigen woorden: variabele, numeriek, categorisch geordend, categorisch niet-geordend

Bij beschrijvende statistiek wordt gebruik gemaakt van variabelen. Bv: 

• het aantal keer dat je te laat kwam op school, 
• je lievelingssport. 

Welke omschrijving geeft het beste aan wat een variabele is? 

1. Een variabele is een grafische voorstelling.
2. Een variabele geeft het aantal keer dat een antwoord voorkomt.
3. Een variabele is de algemene naam voor wat je onderzoekt.
4. Een variabele is een tabel.

Ik kan het antwoord meten of tellen.

Ik kan het antwoord niet meten of tellen maar er is een logische volgorde.

Ik kan het antwoord niet meten of tellen en er is geen logische volgorde.

Gewicht boekentas

Bloedgroep

Looptijd voor 1km 

Lievelingssport

Aantal keer te laat

Aantal Michelinsterren

Data	Categorisch geordend	Categorisch niet-geordend	Numeriek
Aantal slaapkamers in vakantiewoningen
Smaak waterijsjes
Afstand van huizen tot dichtstbijzijnde bushalte
maat T-shirt: S, M, L, XL of XXL

Sleep de kruisjes naar het juiste vak

(opdrachtenboek, vraag 1)

X

X

X

X

Deel 2: Frequentietabel

Doelstellingen:

• Ik stel gegevens voor in een frequentietabel.
  
• Ik interpreteer gegevens in een frequentietabel.
• Ik kan de volgende begrippen omschrijven in eigen woorden:  frequentietabel, absolute frequentie en relatieve frequentie.

Inleidende oefening

De schoolkok wil op de vrijdag voor de krokusvakantie graag het favoriete gerecht van de leerlingen op het menu zetten. Daarom vraagt hij op een middag aan alle leerlingen om hun favoriet uit 5 opties te kiezen:

1. Lasagne

2. Macaroni met kaas en hesp

3. Vidé met frietjes en appelmoes

4. Frietjes met balletjes in tomatensaus

5. Nasi Goreng

Dit zijn de antwoorden van één klas

Vul de frequentietabel in (bundel oef 1) 1): 

Gerecht	Aantal leerlingen	Percentage leerlingen
Lasagne
Macaroni
Vidé
Balletjes
Nasi Goreng
Totaal

Dit zijn de antwoorden van één klas

Vul de frequentietabel in (verbeterd) 1): 

Gerecht	Aantal leerlingen	Percentage leerlingen
Lasagne	5	27,77%
Macaroni	3	16,67%
Vidé	6	33,33%
Balletjes	3	16,67%
Nasi Goreng	1	5,56%
Totaal	18	1

Wat is de variabele die wordt onderzocht?
Welk soort variabele is dit.

Wat is het populairste gerecht?
Hoeveel leerlingen stemden hiervoor?

Wat is het tweede populairste gerecht?
Hoeveel stemmen had dit minder dan het populairste?

Wat is het minst populaire gerecht?
Hoeveel procent van de leerlingen stemden hiervoor?

Check je kennis

Maak de bookwidget in Smartschool:

Les 1: Soorten data en frequentietabel